-2-
VRAAG
De heer v.d.Werff vraagt aan burgemeester en wethouders of zij op
korte termijn de invoering en plaatsing van straatnaambordjes met
elektro-luminescerend licht overwegen. Juist waar men nog weinig
bekend is in de nieuwe stadsdelen, zouden deze borden nuttige diensten
kunnen bewijzen.
ANTWOORD
De ten behoeve van de nieuwe woonwijken IJpelaar en Hoge Vucht beno
digde straatnaamborden volgens het tot dusver gangbare model zijn
reeds geleverd. Daarom en mede met het oog op de omstandigheid, dat
een straatnaambord met elektro-luminescerend licht drie maal zoveel
kost als een gewoon straatnaambord achten wij het voorshands niet
raadzaam in de genoemde nieuwe wijken straatnaamborden met elektro-
luminescerend licht te laten aanbrengen.
VRAAG
De heer Mari.inissen vraagt of er opgetreden zou kunnen worden tegen
loslopende honden; speciaal in de Hoge Vucht is dit nodig.
ANTWOORD
Bij een op last van de commissaris van politie ingesteld onderzoek is
gebleken, dat in de Hoge Vucht naar verhouding niet meer loslopende
honden worden aangetroffen dan in andere stadsgedeelten. Gedurende
één dag werden in de Hoge Vucht slechts drie niet-aangelijnde honden
gesignaleerd. Daarom achten wij voorshands geen termen aanwezig om te
dezer zake speciale maatregelen te nemen.
In dit verband merken wij op, dat, ingeval wij de noodzaak tot het
treffen van bijzondere maatregelen aanwezig achten, op grond van
de algemene politieverordening kan worden opgetreden.
VRAAG
De heer van Dui.il zegt, dat het de laatste tijd met name in de Hoge
Vucht herhaaldelijk voorkomt, dat groenstroken worden gebruikt om
daarop auto's te parkeren, terwijl in de nabijheid van die groenstroken
parkeerruimten aanwezig zijn. Hij vraagt of het mogelijk is daarop
toezicht uit te oefenen.
ANTWOORD
Het parkeren van wagens op groenstroken is verboden en wordt door de
politie ook niet getolereerd. Reeds verscheidene malen werd tegen
overtreders van dit verbod verbaliserend opgetreden.
VRAAG
De heer Broeders vraagt, of de mededelingen van een der sollicitanten
naar de functie van directeur van de gemeentelijke sociale dienst,
welke zijn gedaan in diens brief van 13 april j.l., juist zijn.
De heren Vis en Kroon stellen deze informatie tevens op prijs. De
heer Kroon verzoekt deze aangelegenheid te behandelen op de wijze
als gebruikelijk bij de tijdens de rondvraag gestelde vragen.
ANTWOORD
De in de vraag bedoelde brief van 13 april j.l. welke was gericht
aan ons college en aan de voorzitters van de fracties in de raad,
hebben wij ter visie gelegd.
Voor de beantwoording er van mogen wij verwijzen naar onze brieven
aan de betreffende sollicitant en aan de voorzitters van de fracties
in de raad, welke ter kennisname daarbij zijn gevoegd
Liggen ter visie in de raadzaal.