-2-
ANTWOORD
Ons college heeft via de directeur van het energie- en waterbedrijf
verbinding met de N.V. P.N.E.M. gehad. Deze antwoordde als volgt.
Gedurende en na een calamiteit als de bedoelde in de avond van 3 maart
1965 treden vuur en rookontwikkeling op.
Tengevolge daarvan zet zich veel neerslag af op de in de onmiddellijke
omgeving aanwezige schakelmaterialen.
Deze dienen eerst gereinigd te worden alvorens te kunnen worden inge
schakeld.
VRAAG
De heer Marijnissen heeft op 13 mei 1964- een vraag gesteld over het
parkeren in de Laan van Mertersem. Op 17 juni d.a.v. werd geantwoord,
dat het probleem zo spoedig mogelijk zou worden opgelost. Spreker meent
nu, dat men hem toen verkeerd heeft begrepen en niet wist, welk gedeel
te van de Laan van Mertersem werd bedoeld. Spreker wil dit nu nog eens
herhalen; het gaat om het gedeelte, gelegen tussen de Dr.Struyckenstraat
en de Scharenburgstraat.
Momenteel worden daar de auto's op de trottoirs geparkeerd.
ANTWOORD
De enorme groei van het autobezit schept in vele straten een parkeer
probleem. Wij hebben opdracht gegeven de parkeersituatie in de gehele
stad te bezien en aan de hand daarvan een urgentieplan voor het treffen
van parkeervoorzieningen te ontwerpen.
VRAAG
De heer Zijtregton zou gaarne zien, dat b. en w. meer aandacht zouden
wijden aan het parkeren van auto's op die wegen en gedeelten van wegen,
waar zij het verkeer in gevaar brengen. Spreker denkt aan twee soorten
van wegen: in de eerste plaats de zeer nauwe straten, waar aan beide
zijden geparkeerd kan worden en niet alleen in de nieuwe stadsgedeelten,
maar ook in de oude stadsgedeelten, waar men aan beide zijden parkeert,
en waar dan een auto niet of amper tussendoor kan. Een ander aspect
zijn bochten in bepaalde straten, ook nieuwe, waarin het parkeren ge
vaar oplevert, zoals de bocht in de Viveslaan, de bocht bij de Teolin-
fabriek in de Poolseweg en de Kennedylaan, een levensgevaarlijke weg.
Spreker verzoekt daarom aandacht voor parkeerordenende maatregelen.
ANTWOORD
Voor antwoord op deze vraag moge verwezen worden naar het antwoord
op een vraag van de heer Marijnissen van dezelfde strekking.
VRAAG
De heer Bayens merkt op, dat het autoverkeer onvoorstelbaar toeneemt.Vooral in
de komende maanden zal dit het geval zijn. Hij vraagt naar de wense
lijkheid om op de meest drukke punten de stoplichten ook des nachts
te laten functioneren, of tenminste te laten werken van des morgens
6 tot des nachts 24 uur.
ANTWOORD
Het autoverkeer neemt inderdaad steeds toe. Deze toename van het
verkeer is in de late avonduren echter niet zodanig, dat de verkeers
lichten-installaties reeds nu langer in bedrijf moeten worden gehouden.