gemeente Breda Bij bijlage nr« 290 Toelichting op het preadvies van burgemeester en wethouders op de verzoeken van het bestuur van de Stichting ter bevordering van het r.k. onderwijs in het bisdom Breda te Breda, om medewerking op grond van artikel 50 van de kleuteronderwijswet voor de stichting van een tweede en een derde r.k. kleuterschool in Hoge Vucht. Op grond van artikel 51, lid 1 van de kleuteronderwijswet, moeten bij de aanvragen voor beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een kleuterschool in deze gemeente de navolgende stukken worden overgelegd. a. Een verklaring, xfaaruit blijkt, dat de school bij de opening zal worden bezocht door tenminste 90 kleuters, die de leeftijd van tenminste 4 jaren en ten hoogste 5 jaren en 6 maanden zullen hebben bereikt, terwijl hun woningen zijn gelegen binnen een cirkel met een straal van 3 kilometer, waarvan het middel punt is de plaats van de te stichten school; b. een verklaring, waarbij het bestuur zich verbindt om, voordat met de bouw wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag van 20/i> van de stichtingslcosten in de gemeentekas te storten; c. een opgave van het aantal kleuters, voor wie het gebouw ruimte moet bieden en van het aantal lokalen dat het gebouw zal be vatten; d. een verklaring waaruit blijkt, dat het schoolbestuur is aange sloten bij een groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep hebben ingesteld. ad a Het bestuur verklaart dat de twee scholen door tenminste 91 kleuters zullen worden bezocht. Hoewel de kleuteronderwijswet niet als eis stelt, dat deze ver klaring door zgn. ouderverklaringen moet worden gestaafd, is dit wel gebruikelijk, omdat hierin over het algemeen de enige waarborg is gelegen, dat inderdaad het vereiste aantal kleuters de nieuwe school zal bezoeken. Uit de U in de raadsvergadering van 13 december 1961 voorgelegde nota omtrent het kleuteronderwijs in Breda-Noord (bijlagen 1961, nr. 712) blijkt dat er in deze wijk na realisering van de aldaar geprojecteerde woningbouw, voor het r.k. kleuteronderwijs een behoefte zal bestaan aan minimaal 28 lokalen. Op grond van de in evengenoemde nota verwerkte gegevens mag wor den aangenomen, dat er voor de thans te stichten kleuterscholen, ieder 4 leslokalen en 2 speellokalen omvattende, voldoende be langstelling zal bestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 569