gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: openbare werken
Bijlage nr. 35
6 januari 1965
V/22399 Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
hoging van het krediet voor het doen uitvoeren
van ophogingswerken ten behoeve van de industrie
terreinen in "De Krogten" en "De Emer".
In Uw vergadering van 11 april 1962 is overeenkomstig ons voorstel, bijlagen
1962, no. 184 besloten tot het doen uitvoeren van ophogingswerken ten be
hoeve van de industrieterreinen in "De Krogten" en "De Emer". Hiervoor werd
een krediet toegestaan van 1.760.000,-.
Het werk wordt uitgevoerd door de N.V. Zand- en Transport Mij. te Breda,
die van de drie krachtens Uw besluit van gelijke datum tot het indienen van
een prijsopgave uitgenodigde aannemers, de laagste inschrijver was; de
werkzaamheden verkeren thans al in gevorderd stadium.
Inmiddels heeft de gemeente ook de eigendom verworven van de gronden, ge
legen tussen de oude en de nieuwe bedding van de rivier de Mark, op bijge
voegde tekening no. 36133 met rode kleur aangegeven. Deze gronden met
een oppervlakte van circa 5,7 ha, nog gelegen op het grondgebied van de ge
meente Prinsenbeek sluiten aan op het op te hogen industrieterrein in de
Krogten. Het is laag gelegen gebied en dient in bouwrijpe staat op hoogte
van 2.10 N.A.P. te worden gebracht.
Uiteraard zal de ophoging dezer gronden aansluitend aan de terreinen in de
Krogten kostenbesparend werken. De volledige zandwin- en zandtransportinstal-
latie is namelijk nog aanwezig en behoeft dus niet opnieuw te worden opge
bouwd
Daarbij komt dat dit reserende gedeelte te klein is om afzonderlijk op eco
nomische wijze te worden opgehoogd.
Dat met een en ander niet reeds rekening is gehouden bij het oorspronkelijke
voorstel vindt zijn oorzaak hierin, dat de gronden toen nog geen eigendom
der gemeente waren en er overigens enige vervrachting was, dat het terrein
tussen de oude en nieuwe bedding van de Mark gedeeltelijk opgehoogd zou
kunnen worden met uitkomend zand van het nieuwe gedeelte. Dit laatste is
evenwel niet, althans niet in voldoende mate mogelijk gebleken.
Bereids is met de N.V. Zand.- en Transport Mij onderhandeld, waarbij is
vastgesteld dat de zandwinput in de Emer nog juist voldoende zand biedt
om deze uitbreiding te kunnen maken, terwijl de aannemer bereid is tot
uitvoering bij wijze van meerwerk van het d.oor hem aangenomen bestek van
1962, tegen de bedongen prijs van 1 ,40 per m3 in het werk gemeten.
Dit aanbod is zeer redelijk en voor de gemeente uitermate aantrekkelijk.
Indien naderhand een andere firma dit werk zou moeten verrichten, zou de
prijs naar schatting 2^3 maal zo hoog liggen.
