gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 297 15 juni 1965 V/10917 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vereffening van de herstelkosten van de centrale verwarmingsinstallatie van Cenco Instrumenten Mij. N.V.. Ten laste van Cenco Instrumenten Mij. N.V. is aan de Konijnenberg 40 een bedrijfsgebouw gesticht, waarvan de ondergrond door de gemeente aan de N.V. in huurkoop is uitgegeven. Ingevolge artikel 7 van het contract is het gebouwde voor rekening en risico van genoemde N.V. en draagt zij de kosten van onderhoud. In de nacht van 30 op 31 juli 1961 is de in het gebouw geïnstalleer de centrale verwarmingsketel oververhit geraakt en een begin van brand ontstaan. Ter voorkoming resp. beperking van verdere schade bv. bedrijfsschade - het bedrijf vervaardigt namelijk instrumenten en uit dien hoofde is een prima temperatuurregeling noodzakelijk - heeft de installateur kort nadien een vervangende ketel gemonteerd, waarvan de kosten in afwachting van de beslissing over de schuldvraag te zijne laste kwamen. Van 11 op 12 mei 1963 heeft de regelapparatuur van de ketel wederom geweigerd, waardoor ten tweede male oververhitting is opgetreden. De nodige herstellingen en reparaties om tot tweemaal toe de instal latie weer bedrijfsklaar te maken, vergden een totaalbedrag van 22.942,62. Zowel door Cenco als door de gemeente zijn raadslieden en experts inge^ schakeld om te achterhalen wat de oorzaak is van het defect en of dit reeds bestond ten tijde van de oplevering van de industriehal en voorts wie voor de schade aansprakelijk is. Ondanks het feit dat hierover veel is gecorrespondeerd en talrijke be sprekingen zijn gevoerd, hebben deskundigen op deze vragen geen af doend en voor partijen bevredigend antwoord kunnen geven. Teneinde te voorkomen dat een langdurig en kostbaar proces zou wor den gevoerd, waarvan de uitslag niet met een behoorlijke mate van zekerheid te voorspellen is zijn wij met Cenco in onderhandeling ge treden om tot een vergelijk te komen. Ook het behouden van een goede verstandhouding met deze N.V. heeft daarbij een rol gespeeld. Cenco is bereid gevonden aan een minnelijke oplossing mede te werken in die zin dat de kosten van beide schadegevallen door Breda en Cenco ieder voor de helft zullen worden gedragen,echter met dien verstande, dat van gemeentewege getracht zou worden om de installateur van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 582