gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 305
11 juni 1965
F/10297
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het verlenen van goedkeuring aan de 3e wij
ziging van de begroting van de Burgerlijke
Instelling voor Maatschappelijke Zorg voor
het dienstjaar 1964.
Voor U is ter visie gelegd de door ons opgemaakte 3e wijziging van
de begroting 1964 van de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke
Zorg, vergezeld van een memorie van toelichting.
Bij raadsbesluit van 14 oktober 1964 is de afdoening van lopende zaken,
na de opheffing van de instelling per 1 januari 1965, opgedragen aan
ons college.
Ingevolge artikel 182 van de gemeentewet, juncto artikel 27, 1e lid,
van de voormalige armenwet is dit besluit aan Uw goedkeuring onder
worpen.
Be gevraagde verhoging van het gemeente-subsidie met 30.060,
kan als volgt verklaard worden:
hulpverlening ex-
129.988,—
11 7.525,—
11 92.403,—
30.060,—
Tevens is in deze wijziging verwerkt de financiële afwikkeling van
de liquidatie van de instelling per 31 december 1964, waarbij het
vermogen naar de gemeente overgaat.
Voor een meer uitgebreide verklaring verwijzen wij U naar de eveneens
ter visie gelegde memorie van toelichting.
Wij stellen U voor te besluiten tot het verlenen van goedkeuring aan
deze begrotingswijziging.
Een eventueel afwijkend advies van de uit Uw raad gevormde afdeling
voor maatschappelijk werk, sociale zaken en volksgezondheid zal U
nog worden medegedeeld.
De 241e en 242e wijziging van de gemeente-begroting 1964, waarin de ver
hoging van het gemeente-subsidie 1964 aan de instelling en de liquidatie-
1stijging van de netto-kosten van de financiële
terne verzorging en algemene kosten
2. daling van de netto-kosten:
a. van de geneeskundige verzorgingen
b. van verpleging van geesteszieken