bijlage nr. 318
-3-
De heer Mari.inissen vraagt of het mogelijk is groenfases voor voet
gangers bij de verkeersinstallaties nabij de Bosschebrug en Mauritsbrug
iets te verlengen. Spreker heeft het persoonlijk ervaren dat men een
hardloper moet zijn om tijdig te kunnen oversteken. Ook in de plaatse
lijke dagbladen is hierop geattendeerd.
ANTWOORD
Voor antwoord mogen wij verwijzen naar het uitvoerig antwoord, dat wij in
de raadsvergadering van juni j,l op een vraag van gelijke strekking
van de heer Bayens hebben gegeven.
VRAAG
De heer Koertshuis zegt dat de verkeerssituatie op het Stationsplein
en directe omgeving meermalen in deze raad is besproken. Ofschoon er
reeds diverse maatregelen zijn getroffen blijft het op het Stationsplein
nog altijd een gevaarlijke en onoverzichtelijke toestand.
Naar zijn mening is een der oorzaken daarvan, dat zowel de stadslijnen
als de intercommunale diensten van de B.B.A. daar aankomen en dat alle
stadslijnen van dit plein ook weer vertrekken.
Bij spreker rijst de vraag of het noodzakelijk is dat alle stadslijnen
het Stationsplein aandoen. Is het nu niet mogelijk een ander punt in
de stad tot centraal punt van de stadslijnen te maken. Indien hij een
suggestie hiertoe mag doen wijst hij op het nieuwe gedeelte van het
Kloosterplein.
Deze aangelegenheid, behalve de suggestie, heb ik al eens met de voor
zitter van de verkeerscommissie besproken. Gaarne zou spreker vernemen
of burgemeester en wethouders bereid zijn hierover besprekingen met de
directie van de B.B.A. te openen en zo ja het resultaat hiervan aan de
raad mede te delen.
ANTWOORD
Het belang van handhaving van de functionele relatie tussen het openbare
personenvervoer per trein en dat per stadsbus weegt naar onze mening
beduidend zwaarder dan de winst aan overzichtelijkheid, die op het
Stationsplein verkregen zou kunnen norden bij wering van de stadsbussen
van dat plein.
Zelfs hebben wij ernstige bezwaren tegen een constructie, waarin het
Stationsplein middels eon enkele lijn zou worden verbonden met een elders
gesitueerde centrale halteplaats; men denke slechts aan de overlast, die
een dergelijke constructie voor het reizende publiek sou inhouden (overstap
pen al dan niet met bagage; tijdverlies) en aan de vervoers-economische
consequenties (rond aankomst of vertrek van treinen moeten op de over-
staplijn meerdere bussen woi-den ingezet, waarvan buiten die tijden geen
rendabel gebruik kan worden gemaakt); bovendien zal het door vragen
steller beoogde verkeerstechnische voordeel juist dan, wanneer daar
het meest behoefte aan bestaat n.l. rond aankomst- eaj vertrektijden van
personentreinen, weer vrijwel geheel verloren gaan bij realisering van
het vervoerspolitieke vereiste, dat de als dan optredende vervoersvraag-
door een redelijk vervoersaanbod (hetgeen veelal zal betekenen* meerdere
bussen) wordt opgevangen.