bijlage nr. 320 -3- plichten ten opzichte van zijn zuster, reclamante sub 2 genoemd, die hem bedoeld pand als inbreng in het bedrijfskapitaal heeft gegeven, te voldoen. Voor de noodzaak van verwerving van het onderhavige perceel wordt verwezen naar het ad 2 gestelde. Overigens geldt ook ten aanzien van deze reclamant wat bij ge noemd punt is opgemerkt. Bij de te voeren onderhandelingen zal de mogelijkheid tot ver plaatsing van genoemd bedrijf uiteraard in ernstige overweging wor den genomen. Op grond van het hierboven overwogene achten wij de sub 1, 2 en 3> genoemde bezwaarschriften ongegrond. Op grond van het bepaalde in artikel 81 der onteigeningswet hebben wij over de bezwaarschriften het advies ingewonnen van de hoofd ingenieur-directeur van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid in de provincie Noord-Brabantwnd. inspecteur van de volksgezondheid. Deze deelt daarbij mede in de ingediende bezwaarschriften geen rede nen te zien om de geëntameerde onteigeningsprocedure, niet voort te zetten. Dit advies ligt eveneens voor U ter inzage in de raadzaal. Na de voorlopige goedkeuring zijn enige in het onteigeningsplan opgenomen percelen eigendom van de gemeente geworden zodat deze thans uit het onteigeningsplan kunnen worden gelicht. Wij stellen IJ thans voor: 1de sub 12 en 3 genoemde bezwaarschriften ongegrond te verkla ren en ons te machtigen aan reclamanten kennis te geven hetgeen IJ ten aanzien van hun bezwaarschriften heeft overwogen en be slist 2. vast te stellen het onteigeningsplan "Sluissingel e.o." overeen komstig het met de overige stukken ter visie gelegde ontwerp besluit Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal IJ nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester van den Dam secretaris ter visie in de raadzaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 622