gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
i\
Bijlage nr. 321
5 juli 1965
V/91R3
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
verhoging van het krediet voor de stichtings-
kosten van het complex 728 woningwetwoningen
annex 138 garages in het uitbreidingsplan
"Hoge Vucht II".
Voor de stichtingskosten van het complex 728 woningwetwoningen
annex 138 garages, deel uitmakende van het meerjarig bouwplan in
het uitbreidingsplan "Hoge Vucht II",zijn door Uw raad de navol
gende kredieten verleend;
a. bij besluit van 13 maart 1963, 5e wijziging der
begroting 1963 van het woningbedrijf A 6.000.000,-
b. bij besluit van 19 juni 1963, 7e wijziging
idem "11.394.280,-
totaal fvT394.280^-
De specificatie van dit totale bedrag, vermeld in ons voorstel dd.
14 juni 1963, bijlage no. 232 luidt als volgt;
grondkosten 728 woningen 3.173.819,78
bouwkosten 728 woningen 13-695.050,98
grondkosten 138 garages 142.416,-
bouwkosten 138 garages 382.993,13
totaal 17.394.279,89
afgerond 17-394.280,-
De machtigingen tot gunning van de 728 woningen zijn succesievelijk
verleend, t.w. voor 264 66 woningen in 1963, 120 woningen in
1964 en 278 woningen in 1965
Daarbij zijn telkenmale de voor financiering van die aantallen
woningen benodigde rijksvoorschotten toegekend, gebaseerd op de
voorlopig aanvaarde bouwkosten tot een totaalbedrag van
13.683.738,08 (raming 13-695.050,98, zie boven).
Het relatief kleine verschil tussen de geraamde en de aanvaarde
bouwkosten is uitsluitend veroorzaakt door een nadere bereke
ning van het architectenhonorarium. De in de raming begrepen
aanneemsom van 12.913.200,- werd namelijk door het rijk ak
koord bevonden.
Wegens grondkosten van het complex is bij de goedkeuring van
het plan voorlopig een bedrag van slechts 2.548.000,-,
zijnde 3.500,- per woning, aangehouden. Wij menen evenwel de
oorspronkelijke raming waarbij is uitgegaan van de bouwterrein-
prijzen volgens de grondpool, vooralsnog te moeten handhaven,