gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
f 41,- per woning.
Bijlage nr. 322
5 juli 1965
V/9801
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het treffen van voorzieningen in de keukens
van gemeentewoningen in verband met de
nieuwe gasinstallatie-voorschriften
Ten behoeve van de gasdistributie zijn begin 1964 landelijk nieuwe
gasinstallatie-voorschriften van kracht geworden, genaamd Gavo
1963. Met name de artikelen 100 tot en met 105 van deze voorschrif
ten hebben betrekking op bestaande woningen en bevatten hoofdza
kelijk regelen ten aanzien van ontluchting van en ventilatie in
de keukens van deze woningen, met het oog op de veiligheid zowel
van de gebruiker als van het gasbedrijf. Ingevolge de leverings
voorwaarden dezer gemeente zijn bedoelde voorschriften van toe
passing.
Met het oog hierop hebben wij een onderzoek doen instellen in hoe
verre de keukens in de woningen van het gemeentelijk woningbestand
(woningbedrijf A) aan de geldende voorschriften voldoen en zo niet
welke voorzieningen op het gebied van ontluchting en ventilatie
dan alsnog moeten worden getroffen. Het uitvoeren van deze voor
zieningen geschiedt ter voldoening aan de gasleveringsvoorwaarden,
zodat de eigenaar - in casu de gemeente als woningexploitante -
ervoor dient te zorgen dat deze woningen aan de thans geldende
voorschriften voldoen. Enig verhaal op de huurders lijkt ons der
halve niet mogelijk, althans niet redelijk.
De onderling afwijkende bouwtypen en constructies, alsmede de
verschillende bouwjaren der diverse complexen, veroorzaken een
grote differentiatie in de te treffen maatregelen en mitsdien in
de te maken kosten.
Het totaal aantal woningen waarvan in de keukens meer of minder
ingrijpende wijzigingen moeten worden aangebracht bedraagt
5600 en de totale daaraan verbonden kosten bedragen 228.100,-
Ten aanzien van de dekking van deze kosten kan het volgende wor
den opgemerkt.
Ten behoeve van de complexen welke op de ter visie gelegde staat
bijlage A zijn vermeld (na-oorlogse complexen woningwetwoningen)
is in artikel 24C van het woningbesluit voorgeschreven, dat een
reserve moet worden gevormd om te voorzien in de dekking van
onvoorziene kapitaalsuitgaven en exploitatietekorten. Deze re
serve wordt per complex gevormd en wordt gevoed via een jaarlijkse
storting door de gemeente van 7der jaarhuur, alsmede eventuele
batige exploitatiesaldieen en ander totdat de reserve een om
vang heeft bereikt van vier maal de jaarhuur. In genoemde staat
zijn zowel de geraamde kosten per complex vermeld als de stand