gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 345
8 juli 1965
AZ/12449
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het oprichten van en deelnemen in een stich
ting opleiding brandweerpersoneel in de pro
vincies Noord-Brabant en Zeeland.
Enkele jaren geleden heeft de heer G.Kortus, districtsinspecteur
van het brandweerwezen voor Noord-Brabant en Zeeland, het initia
tief genomen om te komen tot de oprichting van een instituut voor
opleiding van kader-leden van vrijwillige brandweren.
Op verzoek van genoemde districtsinspecteur heeft de gemeente
Breda toen,in afwachting van de tot standkoming van een dergelijk
instituut de opleiding al vast ter hand genomen. Een ervaring-
van anderhalf jaar heeft bevestigd, dat er in de provincies Noord-
Brabant en Zeeland aan een opleidingsmogelijkheid voor het ka
der van de vrijwillige brandweerkorpsen grote behoefte bestaat.
Het is daarom wenselijk te komen tot een meer permanent oplei
dingsinstituut
Naar het ons voorkomt dient hier gekozen te worden tussen een
gemeenschappelijke zegeling en de stichtingsvorm.
Theoretisch lijkt een gemeenschappelijke regeling de meest juiste
vorm. Alle gemeentebesturen kunnen dan hun eigen gemeentelijke
taak inbrengen en behartigen.
Het is echter praktisch ondoenlijk om met een gemeenschappelijke
regeling, gesloten tussen alle gemeentebesturen in Noord-Brabant
en Zeeland,te werken.
Overwogen zou nog kunnen worden tussen slechts enkele gemeenten
een gemeenschappelijke regeling in het leven te roepen. De
vraag is dan e chter welke gemeenten hiervoor uitgenodigd moeten
worden en wie deze keuze bepaalt. Bovendien kunnen dan de ge
meentebesturen die niet aan de gemeenschappelijke regeling kun
nen deelnemen het gevoel krijgen dat zij niet gelijkwaardig be
handeld worden.
Een stichting heeft het voordeel dat aan grotere verbanden een
vertegenwoordiging in het stichtingsbestuur kan worden aangebo
den. Met name denken wij hierbij aan de regionale brandxfeer-
organisatiesde verenigingen van brandweercommandanten en de
Koninklijke brandweerbond. Via deze grotere verbanden bestaat
er dan toch enig contact met alle belanghebbende gemeentebestu
ren.
Naar het ons voorkomt verdient daarom de stichtingsvorm de voor
keur.