gemeente Breda Bijlage nr. 352 aan de raad der gemeente Breda. 7 juli 1965 OSS/12843 Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende het voortbestaan en de taak stelling van de burgerlijke instelling van weldadigheid "Het Oude Mannenhuis". De op 1 januari 1965 in werking getreden algemene bijstandswet vraagt o.a. een beslissing ten aanzien van het vermogen van"Het Oude Mannen huis". Voorts is het college van regenten al geruime tijd bezig met de realisatie van een koerswijziging. Het een met het ander combinerend richt genoemd college zich thans tot de gemeente met een schrijven d.d. 28 juni 1965hetwelk voor Üw raad ter visie is gelegd. In dit schrijven worden 2 hoofdzaken nader uitgewerkt n.l. de taakstelling van het Oude Mannenhuis en de situatie van het Oude Mannenhuis tengevolge van de inwerkingtreding van de algemene bijstandswet. A. Taakstelling van het Oude Mannenhuis Het is Uw raad bekend dat het college van regenten van het "Oude Mannenhuis" in 1954, vanwege de sterk verminderde belangstelling voor opname en verpleging in zijn tehuis en om een snelle intering van het vermogen tegen te gaan, besloot het "Oude Mannenhuis" in de Boschstraat als verzorgingshuis op te heffen en de eigendom er van over te dragen aan de gemeente. Toen het verschijnsel van het teruglopen der belangstelling voor inrichtingen als het "Oude Mannenhuis" zich meer algemeen bleek door te zetten en toen ook andere facetten van de situatie der bejaarden de aandacht begonnen te krijgen, was dit voor het college van regenten aanleiding Uw raad de vraag voor te leggen in beginsel akkoord te gaan met een op de ontwikkeling van het bejaardenwerk afgestemde koersverandering. Het college dacht daarbij aan zaken, die (nog) niet ter hand worden genomen maar voor de bejaarden toch zeer noodzakelijk en nuttig kunnen zijn, en vestigde in het bij zonder de aandacht op objecten die op psychologisch, fysiek en medisch terrein liggen. Bij raadsbesluit van 16 maart 1955 heeft Uw raad zich met de voor gestelde koerswijziging kunnen verenigen. Deze wijziging is echter in feite nog niet gerealiseerd, ondat geen der pogingen van het college van regenten om één of meer aanvaardbare projecten te zoeken tot resultaten heeft geleid. Thans deelt het college echter mede tot realisering van de koerswijziging te kunnen overgaan door middel van een zeer interessant project dat in het kort kan worden omschreven als een periodiek systematisch onderzoek van de groep der bejaarden in Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 695