bijlage nr. 352 -4- Op grond van bovenstaande overwegingen stellen wij Uw raad voor te be sluiten dat geen deel van het vermogen van het "Oude Mannenhuis" op de gemeente overgaat, zodat het gehele vermogen bij het "Oude Mannenhuis" blijft. Uij zouden aan dit voorstel willen toevoegen dat de situatie van het "Oude Mannenhuis" opnieuw wordt bezien zodra voltooiing van het onder zoek der bejaarden in zicht is. Uw besluit in deze behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. Met het onherroepelijk worden van dit besluit (art.88, 6e lid) wordt het "Oude Mannenhuis" een instelling van weldadigheid als bedoeld bij de Romp- wet Instellingen van Weldadigheid (restant armenwet). Indien Ui? raad zich met ons voorstel kan verenigen, zal aan het college van regenten verzocht moeten x/orden de begrotingen 1965 en 1966 van het "Oude Mannenhuis", inclusief dus de bijdrage ten behoeve van het medisch onderzoek der bejaarden, ter goedkeuring aan Uw raad voor te leggen. Tenslotte delenvrijU nog mede, dat over alle onderdelen van het onderhavige voorstel, veelvuldig overleg is gepleegd met het college van regenten. Derhalve heeft ook plaats gevonden het in de algemene bijstandswet (art. 88 1e lid) voorgeschreven overleg ten aanzien van de beslissing over het al of niet splitsen van het vermogen. Een eventueel afxcljkend advies van de afdeling voor maatschappelijk xrerk, sociale zaken en volksgezondheid zal U tijdens de raadsvergadering worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda. Geuljans burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 698