gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 383
30 juli 1965
F/14123
Mededeling van burgemeester en wethouders over
de verdere aanpassing van de uitkeringen uit
het gemeentefonds voor het dienstjaar 1965
(circulaire van 30 juni 1965)
De ministers van binnenlandse zaken en van financiën hebben bij circu
laire van 30 juni 1965 de gemeentebesturen doen weten dat de algemene
uitkering uit het gemeentefonds voor het dienstjaar 1965 wordt gewijzigd
enerzijds als compensatie voorde financiële gevolgen van maatregelen
door de rijksoverheid geadviseerd respectievelijk opgelegd (1 en 2)
anderzijds als gevolg van een tweetal nieuwe elementen (3 en 4);
1de algemene salarisverhoging van 37° en de optrekking van het minimum
loon tot 110,- per week, ingaande 1 januari 1965 alsook het volle
dig doorwerken in 1965 van de uitkering-ineens van 3~z/° over 1964 in
de salarisschalen3
2. het optrekken van de uitkeringen krachtens de a.o.w.wet en a.w.w.wet
per 1 januari 1965, de daarmede gepaard gaande verhoging van de premie
heffingen, hetwelk per saldo resulteert in een verlaging van de ge
meentelijke uitgaven;
3. een voorlopige wijziging van de factor sociale zorg op grond van de
door de gemeenten gemaakte opgaven van de kosten over 1960 tot en met
1 962
4. de toezegging in de regeringsverklaring van het huidige kabinet voor
een extra uitkering uit het gemeentefonds tot een bedrag van 50 mil
joen. Bij nader regeringsbesluit is vorenbedoeld bedrag verhoogd tot
79.6 miljoen, gebaseerd op inmiddels verkregen gegevens betreffende
de financiële positie der gemeenten in 1965.
De thans vastgestelde wijzigingen in de uitkeringsgrondslagen blijken
uit het volgend overzicht;
vorig gegeven; nieuw gegeverP.
bedrag per inwoner (zie punt 1 en 2) 64,50 64,-
uitkeringspercentage (zie punt 4) 149/- 152/3
factor sociale aorg (zie punt 3) 1,45 1,78
De verbetering van de factor sociale zorg doet, bij een gelijk be
drag dat verdeeld moet worden, het uitkeringspercentage dalen tot
144/°. In verband met de extra voeding van het gemeentefonds, bedoeld
onder 4, stijgt dit percentage met 8 punten tot 152^4(Dit laatste
betekent voor Breda een bedrag van 711.686,56).
Wa uitwerking van de hier gegeven grondslagen kan het totaalbedrag van
de algemene uitkering gesteld worden op 17.233.583,72. In de begroting
1965 is uit dezen hoofde geraamd 17.142.910,- (algemene uitkering
16.926.954,- garantie-uitkering 215.956,-), een batig verschil