gemeente Breda Bijlage nr. 455 sari de raad der gemeente Breda. 4 oktober 1365 v/ 9616 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het indienen van een verzoek aan de minister van verkeer en waterstaat inzake onteigening ex artikel 72a der onteigenings wet, van gronden benodigd voor de aanleg van de noordelijke oost-west-verbinding. Zoals Ix'ksnd is dr- noordrlijka rond'••eg om Breda, welke e-m verbinding vormt tussen de Tilburgs .reg en d rijksweg naar Rotterdam, voor een groot gedeelte gerealiseerd. Deze verbinding heeft in hoofdzaak het karakter van ontsluitingsweg voor do nieuwe noordelijke stadsgedeel ten. De gemeente Breda moet onder meer nog de beschikking krijgen over de voor het tracé-gedeelte tussen de Oosterhoutseweg en de spoorlijn Breda - Tilburg benodigde gronden, gelegen op het territoir der ge meente Teteringen. Het streven is er op gericht en zal xrorden voortgezet om bij minnelijke overeenkomst deze gronden in eigendom te verwerven. Het ziet er naar uit dat met de eigenaren van de op de voor IJ ter visie gelegde tekeningen nos. 34679 en 34680 in rode kleur aangegeven perce len c.q. perceelsgedeelten geen overeenstemming zal worden bereikt. Het is daarom noodzakelijk om tot onteigening van deze percelen c.q. perceeisgedeelten over te gaan. In het door de raad der gemeente Teteringen vastgestelde uitbreidings plan "Het IJest Zuiden 1965" hebben de onderhavige percelen een aange paste bestemming gekregen. Dit uitbreidingsplan heeft echter nog geen rechtskracht. In verband met de urgentie van de uitvoering van het in het wegtracé begrepen viaduct over de spoorlijn Breda - Tilburg, - over de aanleg waarvan met de Nederlandse Spoorwegen reeds volledige overeenstemming is bereikt -, verdient het aanbeveling dat te dezen de procedure ex artikel 72a der onteigeningswet wordt gevolgd. De ge meente Teteringen stemt hier volledig mee in. Op grond van het bepaalde in dit artikel kan onteigening voor o.a. aanleg van wegen geschieden uit kracht van een koninklijk besluit, de Raad van State gehoord. Te dien einde kunt U besluiten om aan de minister van verkeer en waterstaat een verzoek te richten de totstandkoming te bevorderen van bedoeld koninklijk besluit, uit kracht waarvan ten name van de gemeente Breda bovenbedoelde percelen- q.c. perceelsgedeelten zullen kunnen worden onteigend. Op grond van het bovenstaande en in overleg met de gemeente Tete ringen stellen wij IJ voor een dergelijk verzoek aan de minister van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 929