gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 470 6 oktober 1965 OSS/15750 Preadvies van burgemeester en wethouders met betrekking tot de beschikking d.d. 19 augus tus 1965 van de minister van cultuur, recre atie en maatschappelijk werk houdende vaststel ling van de Monumentenlijst voor de gemeente Breda In Uw vergadering van 15 september j.l. hebben wij U geïnformeerd omtrent de ministeriële beschikking tot vaststelling van de monumentenlijst voor de gemeente Breda (bijlage nr. 420-1965). U hebt besloten de zaak voor preadvies in handen van ons college te stellen. Wij menen U thans te moeten voorstellen gebruik te maken van de bevoegd heid, die is gegeven in artikel 26 van de Monumentenwet, tot het instellen van beroep bij de Kroon tegen de krachtens de wet door de minister genomen beslissing. Voor de concrete argumentatie van ons standpunt mogen wij U verwijzen naar de inhoud van het concept-beroepschrift aan Hare Majesteit de Koningin, dat vrij hieronder ter vaststelling doen volgen. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester, van den Dam secretaris. Aan Hare Majesteit de Koningin. Majesteit, Bij schrijven van 19 augustus 1965» O.K.N, nr. 118.490 heeft de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk ons met verwijzing naar artikel 9, eerste lid, van de monumentenwet toegezonden een uittreksel van zijn beschikking van die datum, houdende vaststelling van de monumenten lijst voor de gemeente Breda, benevens de vastgestelde lijst. De ontwerp-monumentenlijst bevatte 470 goederen, De gemeenteraad heeft, gebruik makend van de uit artikel 8, lid 5 van de monumentenwet voort vloeiende bevoegdheid de minister bij schrijven van 17 maart 1964, OSS/12552 in overweging gegeven 274 goederen van de ontwerplijst af te voeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 964