bijlage nr. 470
-3-
waarvan vaststaat, dat het verlies uit hoofde van algemeen belang te allen
tijde moet worden voorkomen, niet ten offer mogen vallen aan eisen van wel
vaart, woonbehoefte of verkeer.
De gemeentelijke overheid is rechtstreeks verantwoordelijk voor de lokale
belangen met betrekking tot de sociaal-economische infrastructuur en de
stedebouwkundige problematiek. Zij is door haar positie bevoegd en bekwaam
om de verschillende belangen die in het spel zijn tegen elkaar af te wegen.
De eigen taak en verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen zijn in de
memorie van toelichting bij de monumentenwet en in de wet zelf erkend.
Dit komt onder andere tot uiting in de regeling van de bescherming van
stads- en dorpsgezichten, waarbij de gemeentebesturen een primaire rol
is toebedeeld.
Behalve dat door de beschikking van de minister het stedebouwkundig en
daarmee samenhangend sociaal-economisch en verkeerstechnisch beleid van
het gemeentebestuur op verschillende punten wordt doorkruist, is ook het
advies tot afvoering "mede met het oog op de slechte staat van het pand"
(d) ten dele niet door de minister opgevolgd. De betreffende goederen heb
ben wij echter met zorg geselcteerd. Het betreft overal gevallen waarin
het pand niet alleen in slechte toestand verkeert, doch tevens om een an
dere aangeduide reden niet te handhaven is (stedebouwkundige plannen dan
wel onvoldoende historische en/of bouwkundige betekenis). In deze gevallen
zal restauratie noch voor de eigenaar noch voor de overheid voldoende
aantrekkelijk zijn, zodat verkrotting en financieel nadeel voor de eige
naar te vrezen vallen.
Onder verwijzing naar artikel 26 van de monumentenwet tekenen wij op grond
van de bovengegeven overwegingen bij Uwe Majesteit beroep aan tegen plaat
sing op de vastgestelde monumentenlijst van de in bijlage II opgesomde
goederen X).
In de als bijlage I meegezonden advieslijst X) bij schrijven van 19 juli
1963 zijn de betreffende goederen gemerkt met een kruis.
De raad der gemeente Breda.
ligt ter visie in de raadzaal.