gemeente Breda
bij bijlage nr. 474
Toelichting behorende bij het voorstel van
burgemeester en wethouders tot toekenning van
een schadeloosstelling aan H. Akkermans,
wegens afstand van de huur van het bedrijfs
pand Prinsenkade 15 - 15a.
Ben voorstel tot verwerving van het pand Prinsehkade 15 - 15a wordt IJ heden
aangeboden. Dit pand zal nog dit jaar geamoveerd moeten worden ten behoeve
van rioleringswerkzaamheden.
De huurder H. Akkermans oefent in het pand een levensmiddelenbedrijf uit.
Het netto-inkomenuit dit bedrijf behaald, bedraagt 15.000,- per jaar.
Daar per 1 oktober 1965 het aan de gemeente in eigendom toebehorende winkel
woonhuis Bdisonplein 25 - 25a door de huidige huurster vrij van huur zou
worden opgeleverd, was het voor de gemeente in verband met het spoedeisende
karakter van de ontruiming van het pand Prinsenkade 15 - 15a en ter beper
king van de schadeloosstelling gewenst, om Akkermans deze vervangende winkel
woning in huur aan te bieden.
Akkermans gaat met dit aanbod akkoord, onder voorwaardedat hem een schade
vergoeding wordt uitbetaald van 25.000,-. Dit bedrag is aanvaardbaar en
bestaat uit een gekapitaliseerde vergoeding wegens in de eerstkomende jaren
minder te genieten inkomsten tengevolge van verplaatsing, extra kosten
wegens aanschaffing winkelinventarisverhuiskosten en bijkomende kosten
zoals extra kosten reclame.
Indien de gemeente niet in de mogelijkheid had verkeerd een vervangend be
drijfspand in huur aan te bieden zou Akkermans ingevolge de wet houdende
voorlopige regeling van de schadeloosstelling van huurders van
bedrijfspanden recht hebben op een schadeloosstelling gelijk aan 3x het
jaarinkomen, dat is 3 2/ 15.000,- of 45.000,-.
Omdat Akkermans onmiddellijk een gedeelte der schadeloosstelling behoeft
voor het herinrichten van het vervangend pand is het noodzakelijk hem
een voorschot op de vergoeding uit te betalen. Voor de ter zake getroffen
regeling mogen wij verwijzen naar het concept-besluit.