bijlage nr. 421 -2- Sedert enige jaren is de exploitatie van de stadsautobusdienst verlies gevend geworden (1963: 28.634,1964: 117.220,1965: 41.894, de oorzaak daarvan lag voornamelijk in het onder concurrentie van het in dividuele vervoer sterk achterblijven van de inkomstengroei bij de vooral in de personele sector ingrijpende kostenstijgingen. Ettelijke malen moest tot een tariefsverhoging werden overgegaan, doch mede doordat de goedkeuring door de centrale overheid van tariefsherzieningen lang placht uit te blijven, voerde de tariefsverhoging nimmer geheel tot het gewenste resultaat. Het laat zich bovendien verstaan, dat tariefsver hogingen bezwaarlijk fors van aard. kunnen zijn omdat sterke verhogingen gemakkelijk een teruglopen van de vervoersvraag tot gevolg kunnen hebben. Ook een stylering van het lijnenstelsel, waardoor enkele sterk onrendabele lijngedeelten konden worden weggesnoeid er. in het algemeen enigszins kortere ritlengten werden verkregen zonder dat de maaswijdte van het lijnennet noemenswaardig werd aangetast, mocht niet baten. De N.V. B.B.A. zag zich door een en ander genoodzaakt ons college eind 1965 bij het expireren var de sedert 1961 geldende vergunning mede te delen, dat op een nieuwe vergunning geen prijs werd gesteld tenzij daarin de be paling zou worden opgenomen dat de gemeente het over enig jaar op de stads dienst geleden verlies aan vergunninghoudster zou vergoeden. Hangende het overleg tussen de directie van de N.V. B.B.A. en ons college hebben wij de vergunning tijdelijk verlengd. Na ampele overweging zijn wij tot de slotsom gekomen, dat het alleszins verantwoord is aan de B.B.A. een nieuwe vergunning voor de uitoefening van een stadsautobusdienst in Breda te verlenen en daarin, conform het resultaat van het overleg met de B.B.A.te bepalen, dat de gemeente Breda het eventueel over enig jaar op de stadsdienst geleden verlies zal ver goeden tot maximaal het bedrag dat de gemeente Breda, gezien de exploita tiebegroting van de stadsdienst Breda voor het betreffende jaar, schrifte lijk aan de vergunninghoudster heeft medegedeeld' indien er evenwel over enig jaar op de stadsdienst winst wordt gemaakt, zal een deel van het winstbedrag tot ten hoogste de helft daarvan moeten worden aangewend tot terugbetaling van ten hoogste de helft van de door de gemeente over de voorgaande 4 jaren betaalde vergoedingen ter compensatie van geleden ver liezen. De tekst van de nieuwe vergunning, die wij ons voorstellen met in gang van 1 januari 1967 voor de tijd van 4 jaren aan de B.B.A. te verlenen, hebben wij voor U in de raadzaal ter inzage gelegd. De wijze waarop in redelijk evenwicht met andere belangen het collectieve openbare personen vervoer ter stede in de nabije toekomst op-cimaai kan worden uitgeoefend, vormt onderwerp van onderzoekbegin 1967 hopen wij U over de resultaten van dat onderzoek te kunnen inlichten. De N.V. B.B.A. heeft destijds met een tijdelijke verlenging van de ver gunning ingestemd in de verwachting, dat de gemeente Breda bij een even tueel verlies op de stadsautobusdienst in 1966 zou handelen naar analo gie van de in een nieuwe vergunning neer te leggen garantiebepaling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 850