Bij Bijlage nr. 349 -2- Het is derhalve thans aan de gemeentebesturen om te oordelen of een televisietoestel tot een hulpmiddel kan worden gerekend en aangeschaft kan worden middels artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 zonder dat de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, zullen worden overschreden; het betreft dus thans een principiële uitspraak welke bij een positieve beslissing grote consequenties met zioh brengt ten aanzien van verzoeken die dan zeker zullen volgen. Uit het ingewonnen advies van de inspecteur van het lager onderwijs blijkt, dat hij - evenals de overige inspecteurs - geen uitgesproken tegenstander is van schooltelevisie. In het huidige stadium heeft hij echter thans nog de nodige bedenkingen welke de aanschaffing van een televisietoestel via artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 voorals nog niet rechtvaardigen. Zijn bedenkingen richten zich vooral tegen het feit, dat er niet voldoende aangepaste en gevarieerde onderwijsuit- zendingen worden verzorgd. Uit onderwijskundig oogpunt bezien, is er dan ook thans nog geen sprake van' het nuttig gebruik van de televisie als instructiemiddel, nog daar gelaten de hoge kosten die voor een en ander gemaakt dienen te worden. ïn concreto kan gesteld worden, dat de televisie-uitzendingen uit pedagogisch-didactisch oogpunt bezien, nog niet een dergelijk peil hebben bereikt, dat een televisietoestel als al gemeen aanvaardbaar hulpmiddel thans kan worden aangemerkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1009