gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 366 4 oktober 1967 IZ/14992 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. •VRAAG De heer Quadekker zegt dat in de bezuinigingswoede van het ministerie van defensie een der staatssecretarissen onder andere gemeend heeft een bespa ring te vinden in het zeker voorlopig opheffen van de militaire mu ziekkorpsen. Voor zover het door hem, gedeeltelijk als leek, is te beoordelen is de be sparing zo niet nihil, dan toch wel minimaal. Het verlies dat Breda echter zal lijden wanneer het trompetterkorps der artillerie uit de stad verdwijnen gaat is maximaal. Uit de geschiedenis herinnert iedereen zich nog de muziek van het 6e, thans steunt zeer veel op de muzikale omlijsting door het vorengenoemd trompet terkorps. Als voorbeelden noemt hij slechts: het défilé op Koninginnedag, diverse taptoes, muzikaal begeleide marsen door de stad en de grootse muzikale jaarlijkse presentatie op de avond van de Koninginnedag, waar dit korps de ziel van uitmaakt, de 5 mei-herdenking en het optreden met het Bre dase Mannenkoor. Spreker vraagt of het college van mening is dat het op hun weg ligt, dan wel op de weg van de raad contact op te nemen met de minister, dan wel met bedoelde staatssecretaris, al of niet via de territoriaal bevelhebber Zuid en/of de garnizoenscommandant om te trachten bedoeld besluit onge daan te doen maken, dan wel te achterhalen wat kan geschieden van gemeen tewege of in ander verband om de gronden tot opheffing weg te nemen. Hij verzoekt burgemeester en wethouders dan in eventuele gesprekken ook te berde te wiLlen brengen dat de uniformen niet anders dan door de artille risten zelve én de burgerij zijn betaald. In De Tijd van heden is te lezen dat in de gemeente Venlo een soortge lijke poging zal worden ondernomen. ANTWOORD. Haar aanleiding van de onderhavige raadsvraag heeft de burgemeester zich schriftelijk gewend tot de minister van defensie. In bedoeld, schrijven is een eventuele opheffing van het trompetterkorps der artillerie te Breda in hoge mate betreurd si is erbij de minister van defensie op aangedrongen in deze geen definitief besluit te nemen, al vorens de burgemeester van Breda in de gelegenheid te hebben gesteld ge hoord te worden, ten einde de grote betekenis van dit korps voor Breda en omstreken toe te lichten. Zodra iets naders ons college bekend is, zullen wij U informeren. VRAAG. De heer van der Uerff zegt dat langs de Keizerstraat aan de zijde van de artillerieschool, een fraai nieuw hek is geplaatst, maar dan verder meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1042