gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
v/l 82
I Bijlage nr. 31
6 januari 1967
De uitgifteprijzen voor gronden gelegen in uitbreidingsplannen zijn sinds
1961 op zodanige wijze vastgesteld, dat de te vervrachten totaalopbrengst
van alle uit te geven gronden nagenoeg gelijk is aan de geraamde hosten.
Deze afstemming van de prijzen op de kosten - zonder een noemenswaardige
marge - heeft tot gevolg dat door wijziging in de kosten de uitgifte
prijzen telkens moeten worden aangepast, hetgeen sedert 1961 dan ook
jaarlijks is gebeurd.
Sinds de vaststelling van de grondprijzen voor 1966 in de raadsvergadering
van februari 1966 hebben zich kostprijsverhogende ontwikkelingen voorge
daan, die ons noodzaken Uw college voor te stellen de grondprijzen voor 1967
ten opzichte van die van 1966 te verhogen.
Vooropgesteld zij, dat de hierna te noemen factoren, die tot een verhoging
noodzaken, versteikt tot uitdrukking komen omdat het grondareaal waarover
de kostenstijging in 1967 moet worden omgeslagen aanzienlijk geringer is
dan in 1966, hetgeen voornamelijk veroorzaakt wordt door de geëfectueerde
'-n ov r ongekomen verkopen in 1966, waartegenover geen uitbreiding
van toekomstig bouwterrein binnen de gemeentegrens staat.
De noodzakelijk geachte stijging van de uitgifteprijzen ten opzichte van
1966 wordt ten eerste veroorzaakt door de volgende factoren:
a. 3 25- wegens aanpassing van de uitgilxeraming van terreinen voor woningbouw
en bijzondere bebouwing aan de ervaring;
b. 2,6; wegens diverse planwijzigingen en uitlichting uit de grondpool van
verschillende niet meer uitgeefbaar te achten bijzondere bebouwingster-
reinen in oudere complexen.
c. 1,1/j wegens de hogere - op de meest recente aaikoopgegevens gebaseerde -
raming van de verwervingskosten in het uitbreidingsplan Heusdenhout.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het vaststellen van de uitgifteprijzen van
gronden voor het jaar 1967 op basis van de
nieuwe exploitatie-opzetten van de diverse
complexen van het grondbedrijf.