gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr.383 29 septemler 1967 OSS/17375 Voorstel van burgemeester en wethouders inzake het opheffen van de school voor openbaar gewoon lager onderwijs Vianden- laan 1 I Artikel 19 der lager-onderwijswet 1920 legt voor de gemeenten de verplichting op om zorg te dragen voor een genoegzaam aantal scholen voor het lager onderwijs, die toegankelijk moeten zijn voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid, Daarnaast bepaalt artikel 2 bis dat de raad ener gemeente moet be sluiten tot opheffing van een school voor het openbaar gewoon lager onderwijs indien het leerlingenaantal daarvan is gedaald beneden het in de wet voorgeschreven minimum. Voor deze gemeente (boven 100.000 inwoners) is dit minimumaantal leerlingen gesteld op 125. hordt op grond van het bepaalde in artikel 22bis tot opheffing besloten, dan kan de school in stand worden gehouden tot drie maan den nadat het besluit is genomen en tot het einde van het lopende cursusjaar, indien dat langer duurt. De opheffing van een openbare lagere school krachtens het gestelde in artikel 22bis kan voor een termijn van drie jaar achterwege blij ven, indien de raad der gemeente als zijn oordeel uitspreekt, dat de instandhouding van de school wordt gevorderd ingevolge de in artikel 19 der wet neergelegde verplichting tot zorg voor een genoegzaam aantal scholen. Een dergelijk raadsbesluit is daarbij onderworpen aan de goedkeuring van gedeputeerde staten. Het leerlingenaantal van de school voor openbaar gewoon lager onderwijs Viandenlaan 1 heeft zich gedurende meerdere jaren be wogen beneden het voorgeschreven wettelijk minimum van 125- Omdat door Uw raad verscheidene malen in successie werd verklaard dat de instandhouding van de school ingevolge het bepaalde in artikel 19 der wet werd gevorderd, behoefde tot op hed.en nog niet tot op heffing te worden besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1094