"bij bijlage nr. 400
- 3 -
Het onder b bedoelde systeem lijkt de voorkeur te verdienen, omdat:
1de tijdsduur, nodig voor de behandeling van het beroep, aanmerkelijk
korter is;
2. de mogelijkheid om kennis te nemen van de antecedenten van de personen
waar het hier om gaat tot een gering aantal personen wordt beperkt.
Hoofdstule VI
Ingevolge artikel 56 van de drankwet, staatsblad 193*1, nr. 476, is het ver
boden zonder toestemming van de burgemeester gelegenheid tot dansen te geven.
Ter uitvoering van dat wetsartikel zijn in het zogenaamde dansbesluit voor
schriften opgenomen, waaraan moet zijn voldaan in een vergunnings- of verlof
A-lokaliteit of aanhorigheid daarvan. He inspecteur van de volksgezondheid,
belast met het toezicht op de naleving van de drankwet, kan van bepaalde
voorschriften ontheffing verlenen.
He drank- en horecawet heeft deze regeling overgenomen in zoverre, dat aan
de burgemeester de bevoegdheid is toegekend, toestemming te verlenen tot het
geven van gelegenheid tot dansen met beperkingen en voorschriften, die hij
aan zijn toestemming kan verbinden.
Aan de gemeenteraad is de bevoegdheid gegeven bij verordening voorwaarden
vast te stellen, waaraan voor het verkrijgen van toestemming moet worden vol
daan. Haast deze gemeentelijke regeling behoudt de burgemeester de bevoegd
heid toestemming te verlenen onder beperkingen.
In artikel 12 van de concept-verordening zijn de eisen weergegeven, waaraan
een inrichting, waarin gelegenheid tot dansen wordt gegeven, moet voldoen,
terwijl in artikel 13 nog een aantal voorschriften zijn gegeven, waaraan
tijdens het dansen moet worden voldaan.
Van enkele - doch niet alle - eisen, waaraan een inrichting moet voldoen kan
ontheffing worden verleend. He ontheffingsmogelijkheid en het instellen van
beroep tegen weigering van een ontheffing of weigering van de vergunning
wordt geregeld in de artikelen 14 en 15.
Voor wat de beroepsprocedure betreft zij verwezen naar de toelichting op
artikel 11 in hoofdstuk V.
Tegen overtreding van de bepalingen van dit hoofdstuk is straf bedreigd
in artikel 71 der wet.
Hoofdstuk VII.
Artikel 59 van de wet ontzegt de gemeente de bevoegdheid verordeningen te
maken omtrent onderwerpen waarin de wet voorziet. He wet houdt geen voor
schriften in, waaraan moet worden voldaan tijdens het gebruik van de in
richting door het publiek.
Artikel 7 van het besluit inrichtingseisen bepaalt, dat de verlichtings
sterkte in een lokaliteit 50 lux moet kunnen bedragen. Uiteraard is het
niet noodzakelijk, dat deze volle verlichting aan is, zodra er publiek in
een lokaliteit aanwezig is. Een verlichtingssterkte van 10 lux achten wij
minimaal noodzakelijk.
Artikel 17 spreekt naar onze mening voor zich.
Hit hoofdstuk is niet gebaseerd op de drank- en horecawet, doch op artikel
168 van de gemeentewet. Eet dient dan ook als een normale gemeentelijke
strafverordening.
Hoofdstuk VIII.
He regeling van de verkoop van alcoholvrije drank vindt niet meer plaats
in de drank- en horecawet. Hesalniettemin achten wij het noodzakelijk de
verkoop van alcoholvrije dranken te regelen. Zou dit niet gebeuren,