Bij bijlage no. 400
-7-
Hoofdstuk YIII: Het verstrekken van alcoholvrije drank.
Artikel 19.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank
mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15° Celsius
voor minder dan kj volumeprocent uit alcohol bestaat.
Artikel 20.
Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een
inrichting bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse
te verstrekken.
Het in het 1e lid gestolde verbod geldt niet:
a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet
tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horecawerkzaam-
heid;
b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bij
komstige aard aan personen, die in die besloten ruimte vertoeven
anders dan voor het gebruiken van consumpties;
c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokali
teiten;
d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
Artikel 21
Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het besluit nader
aan te geven lokaliteiten.
Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of
namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand
na de datum, waarop die verlofhouder is overleden, of, indien binnen
die termijn voor de betreffende inrichting een nieuw verlof is aan
gevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvrage onherroepelijk is
beslist
Artikel 22.
Het verlof wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wet
houders. Deze beslissen binnen drie maanden na. de datum, waarop de
aanvraag is ingekomen.
Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof
leunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de openbare
orde, zedelijkheid en gezondheid.
Artikel 2p
Burgemeester en wethouders weigeren het verlof, indien:
a. de verzoeker een natuurlijk persoon is, die de leeftijd van 25
jaar nog niet heeft bereikt;
b. de verzoeker van slecht levensgedrag is;
c. het nog geen vijf jaar is geleden, dat van verzoeker of degene
voor wie hij tussenpersoon is een vergunning voor het uitoefenen
van een horecabedrijf, de horccawerkzaamheid, een slijtersbe-
drijf of een verlof werd ingetrokken anders dan op eigen ver
zoek;