Bij bijlage no. 400 -9-
Artikel 28.
Voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk wordt ver
staan onder:
1. "inrichting": hetgeen daaronder in artikel 1 onder f, van deze
verordening wordt verstaan met uitzondering van een besloten
ruimte, waarin uitsluitend een slijtersbedrijf wordt uitgeoefend;
doch met inbegrip van oen besloten ruimte, waarin een verlof, als
bedoeld in hoofdstuk VIII van deze verordening, wordt geëxploiteerd;
2"bar"een inrichting, die door de burgemeester als bar wordt aan
gewezen;
3. "nachtbar"een inrichting, die door de burgemeester als nachtbar
wordt aangewezen;
4. "beheerder": hij, die onmiddellijke leiding geeft aan do uitoefening
van een horecabedrijf dan wel aan de exploitatie van een verlof,
als bedoeld in hoofdstul-; VTII van deze verordening, of aan de uit
oefening van de horocawerkzaaiaheid in een inrichting;
5. "bedrijfsleider": hij, die algemono leiding geeft aan een onder
neming, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend of een verlof,
als bedoeld in hoofdstuk VIII van deze verordening, wordt geëxploi
teerd, of aan de uitoefening van de horecawerkzaanheid in een of
neer inrichtingen;
6. "bezoeker": hij die zich in een inrichting bevindt, mot uitzondering
van:
a. de beheerder of de bedrijfsleider en de leden van zijn gezin;
b. do niet tot zijn gezin behorende bloed- en aanverwanten van de
beheerder of de bedrijfsleider, in de rechte lijn onbeperkt en
in de zijlijn tot en met do derde graad;
c. het dienst doende personeel;
d. hen, wier tegenwoordigheid in de inrichting, naar het oordeel van
de burgemeester, door dringende omstandigheden wordt vereist;
e. personen, die, indien de inrichting tevens is een inrichting
tot verschaffing van nachtverblijf, voorkomen op hot formulier,
bedoeld in artikel 29 van de algemene politieverordening voor
de gemeente Breda 1959 en in de inrichting werkelijk nachtver
blijf houden.
Artikel 29.
1 Het is de beheerder of bedrijfslc-id r verboden:
in zijn inrichting bezoekers toe to laten dagelijks tussen 1 en 5 uur
b. in zijn bar bezoekers toe te laten dagelijks tussen 2 en 20 uur;
c. in zijn nachtbar bezoekers toe te laten dagelijks tussen 4 on 22 uur.
2. Indien naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden daartoe aan
leiding geven, kan de burgemeester van de in het eerste lid onder
a,b en c bedoelde verboden:
a. in incidentele gevallen tijdelijk ontheffing verlenen;
b. tijdelijk een algemene ontheffing verlenen ten behoeve van
iedere groep der in het eerste lid onder a, b en c aangeduide
inrichtingen
Indien de burgemeester een algemene ontheffing, als in dit lid
onder b bedoeld, verleent, wordt dit bij openbare kennisgeving
bekend gemaakt.
Artikel 30.
Het is verboden als bezoeker oen inrichting te betreden of zich
daarin te bevinden op een tijdstip, waarop het de beheerder of
bedrijfsleider verboden is in zijn inrichting bezoekers te heb
ben of toe te laten.