gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda
Bijlage nr. 5
23 december 1966
AZ/21714
Ingevolge het bepaalde in artikel 132 van het reglement verkeersregels
en verkeerstekens kunnen verkeerstekens op borden, die een gebod of
verbod bevatten slechts geplaatst of verwijderd worden krachtens een
besluit van de gemeenteraad of, krachtens machtiging door de raad, van
burgemeester en wethouders indien en voor zover zij betreffen het ver
keer op binnen een bebouwde kom gelegen wegen, welkeniet in beheer zijn
van het rijk of de provincie.
Bij Uw besluit van 11 januari 1956 heeft ons college gemachtigd tot
het nemen, wijzigen of intrekken van verkeersmaatregelen op grond van
het Wegenverkeersreglement.
In de overgangsbepalingen van het reglement verkeersregels en verkeers
tekens is niet bepaald, dat de op grond wan artikel 5 van het Wegenver
keersreglement genomen machtigingsbesluiten van kracht blijven, zodat
een nieuw machtigingsbesluit voor de door ons college op grond van het
R.V.V. te nemen besluiten geboden lijkt.
Verder wordt in artikel i38, Ie li.d, van het R.V.V. aangegeven van wel
ke bepalingen van het R.V.V. ontheffing kan worden verleend door of van
wege het artikel '132 bedoelde gezag. Aangezien het naar onze mening niet
zonder meer duidelijk is, of me'; "gezag" hier bedoeld wordt de gemeente
raad dan wei - krachtens machtiging - het college van burgemeester en
wethouders achten wij hc-t van belang-, dat Uw raad ons college uitdrukkelijk
machtigt tot het verlenen van ontheffingen.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor ons college te mach
tigen te besluiven tot;
a. het plaatsen en verwijderen van verkeerstekens die een gebod of verbod
bevatten met betrekking tot het verkeer op wegen binnen de bebouwde
kom, voor zover die wegen niet in beheer zijn van het rijk of de pro
vincie
b. het verlenen van ontheffingen van de bepalingen bedoeld in artikel
138, 1e lid, van het reglement verkeersregels en verkeerstekens,
zulks door vaststelling van het U in ontwerp hierbij aangeboden be
sluit
Voorstel van burgemeester en wethouders inzake mach
tiging van hun college met betrekking tot het ne
men van besluiten tot het plaatsen of verwijde
ren van verkeerstekens op borden die een gebod
cf verbod bevatten en tot het verlenen van ont
heffingen bedoeld in het R.V.V.