a - 4 - "Dat de eigen auto niet kan voldoen aan de totale vraag naar vervoer komt eerst en vooral door het ruimteprobleemDe ruimtevraag van de langparkeerder is zo groot, dat in geen enkel stadscentrum hieraan kan worden voldaan zonder de kenmerkende eigenschappen van de city geweld aan te doen" "Zou men onze binnensteden bij een volledig gemotoriseerde samenle ving willen aanpassen, dan zou dat in de praktijk moeten neerkomen op zodanige ingrepen door straatverbeteringen, doorbraken, aanleg van par keerterreinen e.d», dat de functie van deze centra zelf zou worden aan getast"»^ Dat de eigenlijke functie van de binnenstad gewaarborgd dient te blijven (en dus bereikbaar) volgt uit haar positie als hoogwaardig ver zorgingscentrum en daarmede als brandpunt van het stedelijk leven. Dit laatste dient men dan in ruime zin op te vatten: zij is niet alleen een geheel van centrale voorzieningen in de winkelsfeer, doch tevens van cultuur en "entertainment". Zij heeft daarnaast een sociaal-recreatief karakter in de brede zin van het woord» Zij is meer dan wooniuimte, meer dan verzorgingscentrum, zij is er, om met Kwant te spreken, niet alleen om er iets te doen maar ook om er te zijn»-^ Het gaat hier om een pluriforme aantrekkingskracht, die in hoge mate het stedelijk milieu bepaalt» Tegen de achtergrond van deze beschouwingen wordt het meer en meer noodzakelijk geacht de weggebruiker een alternatief te bieden, hetgeen gevonden kan worden in een bevordering van het (stedelijk) openbaar ver voer. 1) Goudappel en Perlot, t.a.p. pag. 32. 2) Tweede nota Ruimtelijke Ordening, pag. 132. Men zie voorts ook de memorie van toelichting op de begroting 1967 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat» Eveneens: de pre-advie- zen uitgebracht op het congres "Mobiliteit in gevaar", gehouden op 21 februari 1967 door het K.N.VoT.O» 3) Prof0Dr0 R.C. Kwant: De functie van de Nederlandse binnenstad» (Bouw 4-2-'67c)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1225