- 8 - Hoofdstuk IIHet vervoermiddel Aan het openhaar vervoer in de steden en/of stadsgewesten staan meerdere middelen ten dienste: de trein/metro, de tram, de bus0 Ir de Tweede nota Ruimtelijke Ordening wordt, mede gelet op het te ver wachten passagiersaanbod en de gewenste frequentie, de keuze van een dezer mogelijkheden afhankelijk gesteld van het inwonertal van de stad, een en ander volgens onderstaande rubricering: Concentraties van -g- miljoen of meer inwoners vergen een railstelsel op vrije baan. Concentraties van -g- miljoen inwoners: een tramnet, dan wel een zeer intensief busvervoerssysteem met vrije banen in de centra, 65,000 a -q miljoen inwoners: een stedelijk busvervoerssysteem en aanslui ting op het landelijke spoorwegnet. Plaatsen met minder dan 65,000 inwoners dienen al naar gelang de grootte, plaatselijke verdichtingen van het streekvervoer in enkele stadsbuslijnen te bezitten, dan wel door het streekvervoer ontsloten te worden,^ 1Gekozen vervoermiddel Binnen het kader van de vorenvermelde opsomming is de situatie van Breda duidelijk: middelen als railvervoer, tramnet dan wel een busvervoerssysteem met vrije banen komen, mede gelet op de rentabiliteit niet in aanmerking. Voor steden van de grootte van Breda is het busvervoer als het geëigende 2) middel te beschouwen, Ook voor de nabije toekomst is niet te verwachten dat de groei van Breda een punt heeft bereikt, welke het nu reeds noodzakelijk zou maken voorstel len te doen omtrent een ander vervoermiddel dan de bus. Het tijdstip waarop (de agglomeratie) Breda - minimaal - 250,000 inwoners kan hebben is in de T-weede nota Ruimtelijke Ordening op het jaar 2000 gefixeerdo 1) Tweede nota Ruimtelijke Ordening, pag, 134, 2) Indicatief in dit verband is ook, dat men in gemeenten van vergelijkbare grootte als Breda de tram heeft vervangen door de trolley- of autobus.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1229