a« ringli.inen
Dit zijn lijnen, waarbij de heenroute en de terugroute van het open
baar vervoermiddel niet via dezelfde wegen geleid worden. Deze lijnen kun
nen zowel in ê6n richting als in beide richtingen gereden worden.
Bij ringlijnen in het algemeen doet zich het nadeel voor, dat de af
stand opstaphalte - reisdoel niet zo kort mogelijk is. Wordt de lijn in êên
richting gereden en bevindt zich toevallig de eindhalte (- rustpunt) tus
sen de opstaphalte en het reisdoel van de passagier, dan betekent dit voor
hem extra oponthoud. Dit bezwaar kan worden ondervangen door het traject
in twee richtingen te doen rijden. In dat geval doet zich echter een ander
bezwaar voor, namelijk dat het, bij de halten waarlangs beide lijnen nog
in dezelfde richting geleid worden, aan de instappende reizigers moeilijk
kenbaar te maken is welke route gevolgd zal worden.
Het voordeel van ringlijnen is, dat alle uithoeken van een bepaald
stadsdeel bereikt kunnen worden, waardoor de loopafstand woning-halte mi
nimaal kan zijn. Bovendien blijven tangentiële connecties mogelijk, met
andere woorden directe verbindingen - zonder eerst de binnenstad of het
station aan te doen - tussen twee nabij elkaar gelegen woonwijken.
b. radiaallijnen
Hiermede worden lijnen bedoeld - van de wijken naar city en station -
waarbij de heenroute en de terugroute via dezelfde wegen geleid worden.
Het voerdeel van dit systeem is, dat het vervoer van en naar de xvijk
rechtstreeks geschiedt en de rijtijd dus zo kort mogelijk kan zijn.
Het nadeel is, dat in het algemeen de loopafstanden woonhuis - halte
groter zullen zijn dan bij toepassing van ringlijnen.
Door twee radiaallijnen met dezelfde vervoerseenheid te bedienen, ver
krijgt men dubbelra.diaallijnen of transversaallijnen.
Transversaallijnen bieden de volgende voordelen ten opzichte van radi
aallijnen:
1. interwijk-verbindingen zijn aanwezig (service);
2. het aantal vervoerseenheden op de verbindingswegen station-city is zo
klein mogelijk (verkeerstechnisch voordeel)
3o mede - doch niet uitsluitend - tengevolge van het onder 2 genoemde voor
deel zal bet totaal aantal in exploitatie zijnde vervoerseenheden zo
klein mogelijk zijn (economisch voordeel).