- 17 -
De mate waarin deze en dergelijke factoren hun invloed uitoefenen is
echter moeilijk exact vast te stellen, daar gegevens hiervoor ontbreken»
Voor de bepaling van de grootte van de vervoersvraag in de verschillende
wijken is daarom uitgegaan van de uitkomsten van een onderzoek, dat de
B.B.A. in juli 1965 heeft ingesteld naar het aantal instappende reizi
gers.
Het verdient echter wel aanbeveling na realisatie van de voorgestelde
lijnen periodiek door middel van tellingen na te gaan of en in hoeverre
er op de verschillende lijnen wijzigingen optreden in de grootte van de
vervoersvraag, zodat aanpassing mogelijk is.
O» Nadere uitwerking van het lijnenstelsel
a. het huidige lijnenstelsel
Alvorens nader in te gaan op het toekomstige lijnenplan, is het wel
licht nuttig om in het kort de huidige situatie van het lokaal openbaar
personenvervoer te memoreren.
Op de bij dit rapport gevoegde bijlage A is het bestaande lijnenplan
(per 1 juni 1967) weergegeven.
Dit plan behelst de volgende lijnen:
lijn 1: Wisselaar - station N.S. - binnenstad - Tuinzigt v.vQ;
lijn 2: Biesdonk - station N.S» - binnenstad - Mariaveld v.v.;
lijn 5: Brabantpark - station N0S0 - binnenstad - Ginneken v0v0;
lijn 4: Heuvelkwartier - binnenstad - station N0S. v„v.;
lijn 5: De Geeren station N.S. - binnenstad Princenhage v0v0;
lijn 6: IJpelaar - binnenstad - station N0S0 v0v0;
lijn 7: Ulvenhout - binnenstad - station N0S» - Belcrum v0v0
Uit het bovenstaande blijkt, dat er momenteel vijf transversaallijnen
zijn (de nrs» 1, 2, 3, 5 en 7) en twee radiaallijnen (de nrs» 4 en 6)c In
het navolgende zal dit plan worden aangeduid met fase I0
b0 het voorgestelde li.inenstelsel
Het thans voorgestelde lijnenplan bestaat uit zes transversaallijnen
(de nrs. 1, 2, 4» 5, 6 en 7) en twee radiaallijnen (de nrs» 3 en 8)» Een
overzicht van de te volgen routes door deze acht lijnen is weergegeven op
bijlage B0