- 21 -
Lijn 8 is in feite een bijzondere stadslijn in die zin, dat hij alleen
op bepaalde uren verbinding geeft tussen 'De Klokkenberg"en het station N.S.
via de binnenstad. Hij volgt, vanaf de splitsing Bouvignelaan- geprojec
teerde weg door het Markdal dezelfde route als lijn 7.
Lijn 5 leidt van Princenhage via Diaconessenhuis en Boeimeer naar city
en station, dus geen rechtstreekse verbinding. Dit is echter aanvaardbaar,
indien in aanmerking wordt genomen, dat bewoners van Princenhage een recht
streekse verbinding met het station hebben door middel van de interlokale
bussen. Ook blijkt er, uit omliggende plaatsen, in Princenhage een vrij
groot passagiersaanbod te zijn voor het Diaconessenhuis, hetgeen pleit voor
een verbinding tussen de Haagsemarkt en het Diaconessenhuis.
De grote lus van lijn 5 nabij het eindpunt Princenhage is een gevolg van
de gegeven situatie; éénrichtingsverkeer op het gedeelte Haagweg tussen Es-
serstraat en Haagsemarkt.
De lus van lijn 4 wordt rechtsom gereden in verband met het in- en uit-
voegen op de Dr. Struyckenstraat. Hierdoor kon echter de eindhalte niet di
rect nabij het bejaardencentrum in de Plierstraat geprojecteerd worden. De
halte in de Plierstraat, nabij de Thorbeckestraat, ondervangt dit bezwaar
grotendeels.
naar/van de binnenstad
In de binnenstad zijn de lijnen verdeeld over de cityring, waarbij het
gedeelte ten oosten van de city nog het zwaarst wordt belast (zie bijlage
C). In de toekomst zal echter meer evenwicht in de verdeling gebracht wor
den, na het invoeren van de Haagse Beemden-lijnen.
Op het Van Coothplein is er zorg voor gedragen, dat de bussen slechts
rechtsafbewegingen maken. Op de overige kruispunten langs de city-ringen
zijn reeds of komen in de toekomst verkeerslichteninstallaties.
Het onderhavige lijnenplan wordt aangeduid met fase II. Concreet wordt
onder fase II verstaan; de wijze waarop de verschillende stadswijken onder
ling (via binnenstad en station) zijn verbonden zoals in het voorgaande is
omschreven, doch ongeacht de routes waarlangs gereden wordt in verband met
het (nog) niet gereed zijn van civieltechnische werken.