- 25 - 3. De frequentie Een algemene richtlijn voor de wenselijkheid van een "bepaalde frequen tie is er niet. 1 In "Verkehr und Stadtebau" geeft Prof0Dr. K. Leibbrand wel een alge mene vuistregel voor de wachttijd tussen twee opeenvolgende bussen, maar het is de vraag of deze vuistregel zonder meer mag worden toegepast op het openbaar personenvervoer in Breda. Hij zegt namelijk, dat deze wacht tijd niet langer mag zijn dan de reistijd naar de belangrijkste doelen. Indien men bijvoorbeeld van een woonwijk in 15 minuten naar het centrum van de stad kan komen, dan moet de frequentie dus minimaal 4x per uur zijn. Uit het oogpunt van service en bevordering van het openbaar personen vervoer wordt op de meeste lijnen gestreefd naar een frequentie van 10 minuten. Op grond van financiële overwegingen en een verondersteld geleidelijk toenemend passagiersaanbod, heeft de commissie het raadzaam gevonden de verhoging van de frequenties niet direct, doch fasengewijs te doen ingaan. In navolgende overzichten is voor de fasen I (huidig lijnenplan) en II (ontworpen lijnenplan) de frequentie gevarieerd en is tevens aangegeven hoeveel bussen daarvoor nodig zijn. Het tijdstip van de verhoging van de frequenties kan enerzijds afhan kelijk worden gesteld van een toenemend passagiersaanbod als gevolg van de groei van het aantal inwoners in nieuwe wijken, anderzijds van de mate waarin men ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer op deze toeneming wil vooruitlopen,, Opgemerkt zij nog, dat de frequenties op en tussen de spitsuren kurrnen variëren. 1) Prof.Dr. K. Leibbrand. "Verkehr und Stadtebau". (Birkhauser Verlag Basel und Stuttgart, pag. 207)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1246