gemeente Breda
Bij bijlage nr. 438
De raad. der gemeente Breda;
gelezen liet voorstel van burgemeester en wethouders;
overwegende, dat het bedrag per leerling als bedoeld in artikel 34,
lid 4, juncto artikel 32 van het besluit buitengewoon lager onderwijs
1949 voor het jaar 1966 is vastgesteld op;
a. 101,80 voor scholen voor kinderen, lijdende aan t.b.c.;
b. 135,voor scholen voor kinderen, wier ouders een trekkend bestaan
leiden;
c. 266,80 voor scholen voor kinderen met verminderd gehoor;
155,60 voor scholen voor zwakzinnige kinderen;
199,40 voor scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk
heden;
f. 300,voor scholen voor lichamelijk gebrekkige kinderen;
255,voor scholen voor blinde zwakzinnige kinderen;
dat het gemiddeld aantal leerlingen, krachtens artikel 5 van genoemd be
sluit over het jaar 1966 voor de hier bedoelde scholen moet worden be
paald op het aantal, vermeld in kolom 3 van bijgaande staat;
gezien, de door de schoolbesturen overgelegde bescheiden ter staving van
de over het jaar 1966 werkelijk gedane uitgaven;
gelet op het bepaalde in artikel 35, lid 2, van het besluit buitengewoon
lager onderwijs 1949;
besluit
het bedrag van de vergoeding over 1966 en het bedrag van de over dat
jaar voor de vergoeding in aanmerking komende uitgaven respectieve
lijk vast te stellen op de bedragen, vermeld in de kolommen 4 en 8
van bijgaande staat;
te bepalen, dat het bedrag van de te weinig genoten vergoeding (kolom
6)alsnog aan de desbetreffende schoolbesturen zal worden uitbetaald.
Aldus vastgesteld door de raad in zijn
openbare vergadering van 16 november 1967.
voorzitter.
secretaris.