gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 439
8 november 1967
OSS/20137 Voorstel van burgemeester en wethouders
inzake schoolpsychologie.
Zoals Uw raad bekend is wordt sinds jaren door de gemeente Breda aan
de provinciale bond van het Wit—Gele Kruis - tot het bedrag van het
exploitatietekort - een subsidie verleend in de kosten van de school
psychologische dienst alhier (onder meer begroting 1967 - post 186.02).
De provinciale bond werd daarmede in staat gesteld psychologen, die in
dienst zijn van genoemde bond, te detacheren bij de gemeentelijke genees
kundige en gezondheidsdienst om in samenwerking met de schoolartsen hun
werkzaamheden te verrichten.
Voor de taakbepaling van de schoolpsychologen mogen wij U verwijzen naar
de "richtlijnen met betrekking tot de jeugdhygiëne "te Breda d.d. mei
1963*), zoals deze aan Uw raad zijn voorgelegd bij de vaststelling van de
verordening regelende de gemeentelijke geneeskundigde en gezondheidsdienst.
Het betrekking tot de detacheringsfiguur van de psychologen heeft genoemde
bond bij brief van 19 juni 1967*) het navolgende onder onze aandacht ge
bracht:
"Zoals U bekend is, stelt de bond reeds sinds het begin der vijftiger
"jaren een of meer zijner psychologen beschikbaar voor de Bredase school-
"artsendienst. Deze uitleen - of detacheringsfiguur waarvan Breda de
"primeur heeft gehad en die geleidelijk ook in de rest van deze provincie
"toepassing heeft gevonden is destijds ontstaan als het resultaat van een
"compromis tussen overwegingen van principiële en praktische aard. De
"principiële gedachtengang van toen was, dat de uitvoering van de school-
psychologische dienst evenals van het totaal der schoolgezondheidszorg,
"waarvan de schoolpsychologie een integraal bestanddeel is, bij voorkeur
"door het levensbeschouwelijk gedifferentieerde particulier initiatief
"diende te geschieden, dit te meer, omdat de schoolpsycholoog - naar men
"toen meende - bij zijn werk beroepshalve veel te maken zou krijgen met
"levensbeschouwelijke achtergronden en kwesties en het katholiek onderwijs
"behoefte zou hebben aan een waarborg dat de schoolpsycholoog overeen
komstig de katholieke beginselen zou adviseren etc.
"Daartegenover stond de praktische overweging dat psychologenhulp aan het
"individuele kind slechts dan verantwoord is, wanneer de schoolpsycholoog
"nauw samenwerkt met de schoolarts, een samenwerking die van wezenlijk
"belang is en niet uitsluitend aan de goede wil van de functionarissen
"zelf mag worden overgelaten, maar die een waarborg dient te vinden in de
"organisatievorm.
