gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 44-7
3 november 1967
P/19470
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot benoeming van een leraar in tijde
lijke dienst aan de gemeentelijke tech
nische school.
ïer voorziening in de vacature ontstaan door de toegestane verminde
ring van het door de heer II.J. Diepstraten te geven aantal lessen
stellen wij U voor de heer A.C.J. van Dun te benoemen tot leraar in
algemeen vormend onderwijs en wiskunde in tijdelijke dienst met in
gang van 1 november 1967 tot en met 31 juli 1968.
De heer van Dun is in het bezit van de akte van bekwaamheid als hoofd
onderwijzer en is reeds in vaste dienst als leraar verbonden aan de
gemeentelijke technische avondschool.
Aan de benoeming ware de voorwaarde te verbinden, dat de voordracht
wordt goedgekeurd door de minister van onderwijs en wetenschappen.
Het advies van de directeur van de school, waarin dat van de commissie
voor het nijverheidsonderwijs is vervat, ligt voor U ter visie in de
raadzaal.
Burgemeester en wethouders van Breda,
I'Ierkx burgemeester.
van den Dam secretaris.
Hoot;
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2, van de nijverheidsonderwijswet
worden de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de
gemeenteraad uit een voordracht van benoembaren, door burgemeester en
wethouders opgemaakt, de directeur gehoord, wiens advies aan de raad
wordt overgelegd.
De voordrachten behoeven de goedkeuring van de minister van onderwijs
en wetenschappen.
Voorts is in artikel 8, 1e lid, van de verordening regelende de samen
stelling en de werkkring van de commissie van toezicht op de gemeentelijke
nijverheidsscholen bepaald, dat de commissie voor het nijverheidsonder
wijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht en advies dient
omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in verband staat.