gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Uxjiage nr. ^5 i 3 november 1367 V/19341 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het onbewoonbaar verklaren van twee woningen. Uit een onderzoek is gebleken, dat de woningen van Goorstraat 24a en ft» Stationsweg 1 ongeschikt zijn ter bewoning. De gebreken zijn van dien aard, dat de kosten verbonden aan het wederom in bewoonbare staat brengen niet lonend zijn. De woningen zullen derhalve ingevolge het bepaalde in artikel 33, lid 1,der woningwet onbewoonbaar verklaard moeten worden. Wij mogen U voor de resultaten van de ingestelde onderzoeken verwijzen naar de voor U in de raadzaal ter visie gelegde rapporten. Op de laat ste pagina daarvan is vermeld het advies van de inspecteur van de volkshuisvesting dat wij overeenkomstig het bepaalde in genoemd artikel hebben ingewonnen. Wij stellen voor om tot onbewoonbaarverklaring van voormelde woningen te besluiten overeenkomstig de voor U in de raadzaal ter visie gelegde ontwerpbesluiten De ontruimingstermijn ware daarbij te stellen op zes maanden, zulks in afwijking van de door de inspecteur voorgestelde termijnen,die respec tievelijk 1 en 3 maanden adviseert. Het komt ons namelijk niet aan nemelijk voor, dat de woningen op kortere termijn ontruimd kunnen wor den. Gen eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, burgemeester. van den Pam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 1307