gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 455
5 november 1967
Fb/18175
Preadvies van burgemeester en wethouders inzake een
verzoekschrift betreffende wijziging van de invorde
ringstermijnen der straat- en rioolbelasting.
a De heer J.ïi.G. knapen, ülvenhoutselaan 54, alhier, die onder dagtekening van
51 juli 1967 een aanslag in de straat- en rioolbelasting 1967 heeft ontvangen,
groot f. 64,22, maakt in bijgaand, aan de raad gericht schrijven-") bezwaar
tegen verkorting van de betalingstermijn en verzoekt dringend
"ook met het oog op andere burgers die in dezelfde omstandigheden verkeren,
deze vervroegde invorderingstermijn ongedaan te willen maken".
Bij besluit van Uw raad van 17 december 1965 is per 1 januari 1966 de termijn
waarbinnen de aanslagen straat- en rioolbelasting moesten worden voldaan, te
ruggebracht van zes tot drie maanden.
De vervaldagen van de aanslagen straat- en rioolbelasting zijn thans;
de eerste termijn vervalt op de laatste dag der maand volgende op die der
dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
De redenen die destijds tot dit besluit hebben geleid zijn de volgende;
1met de straat- en rioolbelasting zijn overwegend lage belastingbedragen
gemoeid waardoor de spreiding van betaling te groot was;
9 2. uit een genomen steekproef is gebleken dat ongeveer de helft van de op
gelegde aanslagen binnen de eerste termijn volledig werdeaa betaald;
5. verschuiving van de vervaldagen naar een vroeger tijdstip brengt een
rentevoordeel mede.
Deze betalingstermijnen gelden voor alle belastingschuldigen.
Indien uit de verkorting van de betalingstermijn door omstandigheden beta
lingsmoeilijkheden voor belastingschuldigen zouden voortvloeien, dan kunnen
deze geheel worden opgevangen door uitstel van betaling.
Dit kan zeker geen reden zijn de algemeen geldende regel te wijzigen. Deze
gedragslijn wordt reeds lang door de gemeente-ontvanger gevolgd. Ook ten aan
zien van verzoeker aan wie door de gemeente-ontvanger bereids uitstel van be
taling is verleend tot 1 maart 1968.
Aangezien door het genoemde raadsbesluit van 17 december 1965 in het algemeen
geen nadelige gevolgen voor de belastingbetalers zijn gebleken, die het onge
daan maken van dit raadsbesluit rechtvaardigen, adviseren wij Uw raad, ver
zoeker te berichten dat geen termen aanwezig zijn tot wijziging van de gelden
de betalingstermijnen, conform bijgaand ontwerpbesluit"-")