gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 457
3 november 1967
OSS/8881
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het beschikbaarstellen van een krediet
ten behoeve van de bouw van een grote
speeltuin aan de Kwakkelhutstraat (Tuin-
zigt)
Conform ons voorstel (bijlage nr. 481besloot Uw raad op 16 september
1964 een krediet ad 40.940,te voteren voor de grondwerkzaamheden
en de d.aarmee samenhangende afrastering van het onderhavige terrein.
Deze werken zijn overeenkomstig bedoeld krediet uitgevoerd.
Met ingang van 20 september 1966 is het terrein opengesteld als speel
weide voor de jeugd. Het feitelijk gebruik van dit terrein laat reeds
zien, dat de jeugd het intensief bespeelt.
Thans mogen wij Uw raad voorstellen voor het maken van de opstallen en
speelwerktuigen een krediet ad 168.030,en voor de grondkosten een
krediet ad 233.900,totaal dus 401.930,beschikbaar te stel
len.
De opstallen bestaan uit een zandbak met speeltafels, een speelvijver,
een rolschaatsenbaan, een overdekte zitplaats met bergruimte, een rij
wielstalling en een toezichthoudershuisje met toiletten.
Inzake de speelwerktuigen kan opgemerkt worden (zie ook de ter inzage
gelegde tekeningen), dat gestreefd wordt naar aantrekkelijke en aange
paste voorzieningen. Het geheel zal van een passende beplanting worden
voorzien.
De betreffende begrotingen, tekeningen en andere zijn voor U ter inzage
gelegd en verschaffen U. nadere oriëntatie.
Blijkens informatie komt het aanbrengen van opstallen en werktuigen
op de onderhavige speeltuin in aanmerking voor uitvoering met R.A.V.-
subsidie.
Gezien vorenstaande komt het ons wenselijk voor dit project als werk
verruimingsobject te doen uitvoeren: het subsidie bedraagt dan 100
van de totale loonkosten.
Wij mogen U voorstellen een krediet ad 168.030,(opstallen en
speelwerktuigen) plus 233.900,(grondkosten) 401.930,conform
de ter visie gelegde begrotingswijziging beschikbaar te stellen.
Aangezien het tijdstip, waarop met de uitvoering van het werk in R.A.W.-
verband mag worden begonnen, niet bekend, is, ware de betalingsverplichting
voor het maken van de opstallen en speelwerktuigen voorshands globaal
te ramen in 1968 151.900,en in 1969 16.130,