Bijlage nr. 464
-3-
tot hoofdlijnen, die neergelegd worden in kaartbeeld. De nadruk
valt op de beschrijving van de toekomstige ontwikkeling van het in
dit plan begrepen gebied.
Het college van gedeputeerde staten verricht met het oog op de
toekomstige ontwikkeling van dit gebied een onderzoek naar de be
staande toestand en de mogelijke en wenselijke ontwikkelingen. Dit
onderzoek heeft onder andere betrekking op de bevolkingsontwikke
ling, de ontwikkeling van de welvaartsbronnen en de sociale en
culturele ontwikkelingen in do samenleving.
Het "vertalen" van deze hoofdlijnen in een structuurplan en in
bestemmingsplannen is een taak van de gemeente. Artikel 10, lid
4 van de wet op de Ruimtelijke Ordening stelt dat de gemeente
raad voor het gebied dat niet tot de bebouwde kom behoort een be
stemmingsplan vaststelt. Wij hebben opdracht gegeven ten behoeve
van een goede ruimtelijke ordening een onderzoek in te stellen
naar de toestand en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkeling
van de gemeente Breda.
Wij hopen in staat te zijn met Uw raad binnen niet al te lange
tijd de hoofdlijnen van ons beleid te kunnen bespreken en vast
te stellen. Het gaat hierbij om de globale bepaling van de ver
antwoordelijkheden van onze gemeente en de taakstelling, die wij
zien in de opvattingen, neergelegd in de tweede nota op de Ruim
telijke Ordening, waarbij Breda wordt gerekend tot de toekomstige
stedelijke concentraties, welke vallen in de categorie met een
bevolkingsaantal van 250.000 - 500.000.
III. STICHTING WELVAARTSBEVORDERING V/EST-BRABANT
a. Ontstaan.
In juli 1960 hebben enkele Westbrabantse burgemeesters de
stichting Welvaartsbevordering West-Brabant, verder te noemen
WEB, opgericht. Drie en dertig gemeenten in West-Brabant hebben
hieraan destijds adhesie betuigd. De gemeenten handelden daar
bij vanuit het besef, dat door overleg en samenwerking van ge
meenten ten behoeve van de gehele streek resultaten zouden kun
nen worden bereikt daar waar de kracht van een enkele gemeente
tekort zou schieten.
Een van de centrale punten was het tekort aan werkgelegenheid
in West-Brabant, welk tekort zich uitte in omvangrijke uitgaan
de pendel en in een permanent vertrekoverschot.
Anderzijds bestond ook verontrusting door het ontbreken van
verkeersgeografische ontsluiting, hetwelk gezien werd als een
ernstige belemmering voor de zo nodige versnelling in de eco
nomische groei van West-Brabant. De stichting beoogde en be
oogt de economische, sociale en culturele ontwikkeling van
West-Brabant te bevorderen, meer in het bijzonder door het
zoeken naar en propageren en stimuleren van maatregelen, die
zouden kunnen leiden tot verbetering van de werkgelegenheids
situatie en de verkeersgeografische en economische infrastruc
tuur, alsmede tot een gezonde ontwikkeling op sociaal, cul
tureel en maatschappelijk terrein.