gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 471
24 november 1967
OSS/ 18710
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming- van een lid van het bestuur van de
gemeentelijke sportstichting Breda.
Als gevolg van het overlijden van de heer E.A. ~7ijdicks, is in het bestuur
van de gemeentelijke sportstichting een vacature ontstaan, waarin door Uw
raad moet worden voorzien.
Ingevolge het bepaalde in artikel 4, lid 5, van de statuten van die stichting
worden de bestuursleden namelijk door Uw raad benoemd. Deze benoeming ge
schiedt - behoudens bij de benoeming van raadsleden in het stichtingsbe
stuur - op aanbeveling van ons college, dat het bestuur van de stichting
in de gelegenheid moet stellen voor elk te benoemen bestuurslid een aan
beveling van twee personen te doen.
Bij brief van 16 oktober 1967 nr. 670830 heeft het stichtingsbestuur ons
college als kandidaten, die voor een benoeming in aanmerking komen, aan
bevolen:
1H. Pijls, commissaris van gemeentepolitie in Breda, wonende Anna
Paulownalaan 7
2. Dr. R.P. van Oosten, directeur van de Rijks H.B.S. en M.M.S., wonende
te Breda, Baronielaan 209.
Beide heren hebben verklaard een eventuele benoeming gaarne te zullen aan
vaarden
'.Jij mogen Uw raad voorstellen over te gaan tot benoeming van een lid van
het bestuur van de gemeentelijke sportstichting Breda.
Het te benoemen lid zal in het stichtingsbestuur zitting hebben tot 1
januari 1969.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.