gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 500
8 december 1967
V/22209
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het opdragen van een bindend advies
tot vaststelling van de schadevergoeding
in verband met het aangaan van een trans
actie met de N.V. Internationale Technische
Industrie en Handelsonderneming INTRA te
Breda en tot het aangaan van een overeen
komst tot verwerving van onroerend goed
met de N.V. Intra.
In het onteigeningsplan Hoge Steenweg en omstreken zijn ter onteigening-
aangewezen twee terreinen ter gezamenlijke grootte van 22 are en
90 ca., kadastraal bekend gemeente Breda, sectie D. nos 4447 en 6709
gedeeltelijk, met de zich daarop bevindende opstallen bestaande uit
een fabrieksgebouw met kantoor* opslagplaatsen en verdere aanhorig-
heden, alsmede de woningen Hoge Steenweg nos 3535a35b en 39b,
eigendom van de H.V. Internationale Industrie en Handelsonderneming
INTRA.
Bovengenoemde in het onteigeningsplan begrepen terreinen alsmede het
niet door voornoemd plan getroffen gedeelte van het perceel D. no.
6709 ter grootte van 6 are en 67 ca - welk laatste terrein onbebouwd
is en voor Intra alleen in samenhang met haar eerdeigenoemde eigen
dommen ter plaatse waarde heeft en derhalve tevens door de gemeente
verworven zal worden - in totaal derhalve 29 are en 57 ca., zijn op
de voor U ter visie gelegde tekening no. 39531 in groene kleur aan
gegeven.
40 Bij ons aanbod tot schadevergoeding zijn wij uitgegaan van recon
structie van het bedrijf, waarbij desgewenst - zulks ter keuze van
Intra - deze schadevergoeding gedeeltelijk een compenserend indus
trieterrein ter grootte van 3437 m2 (waarvan 2957 m2 bebouwbare opper
vlakte) met de mogelijkheid tot bouw van twee xroningen, aan de Urk-
straat kan bestaan, terwijl aansluitend aan dit terrein tegen beta
ling van de vigerende uitgifteprijzen door Intra alsnog een perceel
ter grootte van ongeveer 1680 m2 kan worden afgenomen, een en ander
zoals op de voor U ter visie gelegde tekening no. 39532 in rode en
met zwarte arcering is aangegeven.
Over de bepaling van de schadevergoeding kon tussen partijen geen
overeenstemming worden bereikt.
Afwerking van een dergelijke transactie via onteigening, waarbij
rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid dat de schade
vergoeding alsdan zou worden vastgesteld op basis van reconstruc
tie - hetgeen impliceert dat voorlopige inbezitneming zou leiden
tot een niet-acceptabele onderbreking van de bedrijfsactiviteiten
is veelal dermate tijdrovend, dat hierdoor ernstige stagnatie zou
kunnen optreden in de voortgang van de hoogspoorwerken ter plaatse.