- gemeente Breda
Bij bijlage nr. 5
De raad der gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dier gemeente d.d.
no. AZ/21714;
overwegende, dat bij zijn besluit d.d. 11 januari 1956 het college van
burgemeester en wethouders gemachtigd werd tot het nemen, wijzigen en
intrekken van verkeersmaatregelen, als bedoeld in artikel 4 van het
Wegenverkeersreglement
dat bedoelde machtiging evenwel met ingang van 1 januari 1967, de datum
waarop het reglement verkeersregels en verkeerstekens van kracht is ge
worden is vervallen,
overwegende voorts, dat het om redenen van praktische aard wenselijk
is, dat de bevoegdheid, als bedoeld in de artikelen 132, 1e lid, sub c
en 138, 1e lid,bij het college van burgemeester en wethouders blijft
berusten;
gelet op de artikelen 132, 1e lid, sub c en 138, 1e lid,van het regle
ment verkeersregels en verkeerstekens;
heeft besloten;
a. burgemeester en wethouders te machtigen tot het nemen van besluiten
inzake het plaatsen en verwijderen van verkeerstekens op borden die
een gebod of verbod bevatten, voor zover zij betreffen het verkeer
op wegen, gelegen binnen de bebouwde kom en niet in het beheer bij
rijk of provincie zijnde;
b. burgemeester en wethouders te machtigen tot het verlenen van ont
heffingen, als bedoeld in artikel 138, 1e lid, van het reglement
verkeersregels en verkeerstekens.
Aldus vastgesteld in de openbare ver
gadering van 11 januari 1967.
De raad voornoemd,