Bijlage nr. 50b
2
De opbrengst wegens de verkoop van water dient met 120.000,te worden
verlaagd. Wij mogen IJ voor een verklaring van de verschillen tussen de
oorspronkelijke begroting en de gewijzigde begroting overigens verwijzen
naar de ter zake gegeven toelichting welke aan de stukken is toegevoegd.
Als gevolg van de te verwachten minder gunstige exploitatie-uitkomsten in
de sectoren elektriciteit en water was het niet mogelijk de gewijzigde
begroting met handhaving van de normwinst te doen sluiten zonder enige
aanvullende maatregelen re treffen.
Ten behoeve van het elektriciteitsbedrijf zal naast het achterwege laten
van de voorgenomen storting in een te vormen reserve meet- en regelappa-
ratuur 200.000,—met Uw instemming in het jaar 1967 dienen te worden
beschikt over enkele bedrijfsreserves. Deze reserves, te weten de reserve
winst op effecten, de reserve liquidatie gasfabriek en de reserve onren
dabele gebieden elektriciteit, beliepen per 1 januari 1967 een totaalbe
drag van 275.905,
In de gewijzigde begroting werd hiervan een bedrag ad ƒ220.000,aange
wend voor dekking van de kapitaallasten.
De omvangrijke investeringen die met name in de sectoren gas en elektrici
teit gedurende de laatste jaren hebben plaatsgevonden veroorzaken uiter
aard een aanzienlijke stijging van de kapitaallasten.
Ten einde deze stijging te kunnen opvangen is het noodzakelijk verdere
maatregelen te treffen die een sluitende exploitatie van het energie- en
waterbedrijf op langere termijn mogelijk maken.
Voor wat betreft het gasbedrijf bestaat de mogelijkheid om gedurende de
aanloopperiode te beschikken over de eenmalige uitkering (circa
1.500.000,van de II.V. Nederlandse Gasunie, Daarnaast wordt, zoals
uitvoerig is toegelicht in de nota van aanbieding behorende bij de be
groting 1968, voor 1968 en volgende jaren een wijziging van de afschrijvings-
politiek voorgesteld. Ten aanzien van het elektriciteitsbedrijf is op het
punt van de afschrijvingspolitiek eon. zelfde gedragslijn gevolgd. Verder
achten wij het noodzakelijk aan het elektriciteitsbedrijf per 51 december
1967 2.224.095,beschikbaar te stellen uit de algemene reserve. Het
bedrijf krijgt aldus in totaal de beschikking over 2.500,000,
275,905,2 224,095?het bedrag waarmede in de staat van
activa behorende bij de begroting 1968 werd rekening gehouden.
Het is de bedoeling het bedrag ad 2,280,000,2.224.095,
275.905,- 220,000,—) gedurende een reeks van jaren wordt aangexrend
tot gedeeltelijke dekking van de kapitaallasten van het elektriciteits
bedrijf.
Verdere beschikkingen over de algemene reserve ten behoeve van het energie-
en waterbedrijf zijn, wanneer althans de bij de begroting van 1968 voorge
stelde wijziging van de afschrijvingspolitiek wordt aanvaard, niet te ver
wachten.
Wij merken nog op dat aan de algemene reserve per 1 januari 1967 werd toe
gevoegd een bedrag van 4.686.887,zijnde het saldo van de zogenaamde
"reserve achterstallige vernieuwingen" xïelke uit de xnLnsten van het ener
gie- en waterbedrijf in het verleden is gevormd.