gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 509
1 december 1967
0SS/13348
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het beschikbaarstellen van een aanvullend kre
diet ten behoeve van de restauratie van kerk
gebouw en toren der St. Antoniusparochie.
In Uw vergadering van 30 juli 1960 werd besloten om voor de restau
ratie van kerkgebouw en toren van de St. Antoniusparochie in de St.
Janstraat een subsidie te verlenen van 20)^ in de werkelijk gemaakte
en door het rijk als subsidiabel erkende kosten.
Het rijk kent een subsidie voor deze restauratie toe, dat gelijk is
aan 50>^ van de subsidiabele restauratiekosten, terwijl de provinciale
bijdrage aanvankelijk was bepaald op 16> van de subsidiabele kosten.
In eerste instantie waren de subsidiabele kosten door het rijk vast
gesteld op 100.000,In november 1961 werden deze verhoogd tot
195*000,In Uw vergadering van 8 november 1961 (bijlage 1961,
no. 636) werd besloten het gemeentelijk subsidie aan de verhoogde
subsidiabele kosten aan te passen. Thans heeft de minister van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk werk de ingediende geldelijke
verantwoording van de restauratie goedgekeurd. Het verwerkte bedrag
der subsidiabele kosten werd daarbij bepaald op 211.893,Het
rijkssubsidie werd, overeenkomstig deze toename van de subsidiabele
kosten, verhoogd.
A. Het kerkbestuur van de St. Antoniusparochie heeft zich tot ons
college gewend, met het verzoek het gemeentelijk subsidie even
eens op te trekken. Het komt ons redelijk voor om de toezegging
van 20/v in de werkelijk gemaakte en door het rijk als subsidiabel
erkende kosten thans te handhaven en de consequenties van de ver
hoogde subsidiabele kosten, te weten 20/o van 16.893211.893»
minus 195*000,3*378,te aanvaarden.
Dit bedrag kan ten laste van het herzien onrendabel investerings
plan 1967, onderdeel A 9, volgnr. 4, sub c, worden gebracht.
B. Het kerkbestuur heeft zich tevens tot de provincie gewend met het
verzoek het provinciaal subsidie aan te passen aan do gewijzigde
kostenfactor. Gebleken is echter, dat gedeputeerde staten niet be
reid zijn provinciale staten een voorstel te doen tot verhoging
van het reeds toegekende maximum-subsidiebedrag. Zulks op grond
van het feit, dat de gemeente Breda ingevolge het "Besluit ver
fijning algemene uitkering monumenten" een uitkering ontvangt,
welke is gebaseerd op 30fa van de subsidiabele restauratiekosten.
Het kerkbestuur, dat door gedeputeerde staten in overweging is
gegeven om aan het gemeentebestuur van Breda te verzoeken een ho-