gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 52
20 januari 1967
v/F/1326
'Voorstel van burgemeester en wethouders tot
verhoging van de waarborging van tijdige be
ling van rente en aflossing van door
net Turfschip" IT.V. te sluiten geldleningen.
Od
I)
Bij besluit van 12 juli 1961goedgekeurd, door gedeputeerde staten bij
besluit van 26 juli 1961, G. nr. 98894, nadien gewijzigd bij Uw besluit
van 19 september 1962, goedgekeurd, door gedeputeerde staten bij besluit
van 20 februari 1963, G. nr. 36514, besloot Uw raad tot waarborging van
tijdige betaling van rente en aflossing van door "Het 'Turfschip" 17.V. te
sluiten leningen voor de oprichting van een permanente tentoonstellings-
en congresruimte tot een totaalbedrag van 4.175.000,-.
Zoals uit het hierbijgevoegde overzicht"-) van de kostenontwikkeling blijkt,
was dit totale kostencijfer ongeveer 7;- te laag. Ter verklaring hiervan
diene, dat in de voorbereidingstijd geen adviseurs waren ingeschakeld; om
evenwel aan richtprijzen te komen werden aan leveranciers en installateurs
aan de hand van summiere gegevens, vrijblijvende prijzen gevraagd, welke
in het eerste kwartaal 1962 werden ontvangen. Deze voorlopige cijfers zijn
in het voorstel aan Uw raad van september 1962 aangeboden. Hierna werden
de toen definitieve gegevens van de architect en de inmiddels ingeschakelde
adviseurs bekend, waarbij tevens aan het licht kwam, dat voor enkele posten
abusievelijk verzuimd was een raming op te maken.
ITadien heeft een zeer aanzienlijke kostenstijging plaatsgevonden, terwijl
zich bovend.ien bij de verdere ontwikkeling van het plan de inzichten met
betrekicing tot het programma van eisen wijzigden ter vergroting van de ex
ploitatiemogelijkheden van het gebouw.
Hierdoor was een verdere raming van de totale bouw- en inrichtingskosten
noodzakelijk. Deze raming kon grotendeels worden gebaseerd op de aanbeste
dingsbedragen, waardoor een zuiverder beeld ontstond, dat nog werd gecom
pleteerd door de na de aanbesteding mogelijk geachte bezuinigingen.
Bovendien moet rekening worden gehouden met de te verwachten loon- en prijs
stijgingen tot ultimo 1968, de verhoging van de rentestand die gevoegd bij
de verhoging van de bouwkosten leidt tot vermeerdering van het renteverlies
tijdens de bouw en de meerdere kosten tengevolge van de langere aanlooptijd
dan aanvankelijk was voorzien, tot het gereedkomen van de bouw.
Dit complex van oorzaken - ter nadere specificering en toelichting waarvan
wordt verwezen naar de bij het overzicht van de kostenontwikkeling gevoegde
bijlagen I tot en met V leidt tot een totaalraming van de bouw- en in
richtingskosten, vermeerderd met renteverlies, honoraria van architect en
adviseurs en aanloopkosten van 7.500.000,-.