f 166.332,—
-20-
ad a.
Dat op deze categorie, ondanks het principe dat de kosten van het
kleuteronderwijs volledig door het rijk vergoed x-iorden, vooralsnog een
tekort van f 38.000,- blijkt te zijn, komt voornamelijk vanwege het
feit dat de normbedragen vaak zeer laat definitief vastgesteld worden.
Het verschil kan als volgt worden geanalyseerd:
Hogere vergoedingen aan schoolbesturen 151.773,
personeelskosten 14.559,
hogere rijksbijdragen 98.955,
vermindering kapitaallasten 30.391,
2ƒ129.346,—
56.986,
ad b.
Verwezen wordt naar hetgeen met betrekking tot de uitkering lager onder
wijs is opgemerkt bij punt 1 uitkeringen uit het gemeentefonds.
ad c
Ook op dit onderdeel is het verschil ad 38.767,- te wijten aan het te
laat definitief worden van de rijksbijdragen voor het v.h.m.o.
ad d.
Zeer onlangs is voor het nijverheidsonderwijs nog een nadere afrekening
van het rijkssubsidie bekend geworden. Deze na-uitkering is verantwoord
op de achterstallige inkomsten 1965.
ad e.
Bredase bijzondere dagscholen voor v.h.m.o. 180,-
Seminaria en dergelijke opleidingsinstituten - 2.124,-
Jan van Eyck academie - 150,-
Toneelacademie, Maastricht - 150,-
Stichting lager nijverheidsonderwijs in de bisdommen
Breda en s-Hertogenbosch - 500,-
Vereniging van directeuren voor de n.o.scholen - 15»-
- 2.759,—
Hoofdfunctie cultuur, recreatie enz.
a. Bredase Muziekschool - 36.996,65
b. Stadsschouwburg 79.685,71
c. de Beyerd 38.043,64
d. Sportstichting en tennispark "De Mark" 18.760,58
e. Sportcentrum 3-013,38
f. overige uitgaven - 38.841,93
g. subsidies en bijdragen 96.078,50
56.863,06
ad a.
In de begroting x-ras voor dit onderdeel een stelpost ad 125.000,- op
genomen daar de gemeente ten tijde van de begrotingssamenstelling in
onderhandeling was met de Stichting Bredase Muziek- en Balletschool ter
zake van een eventuele overname van de school.
