gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 72
3 februari 1967
AZ/1581 Voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging en aanvulling van de overeenkomst,
die de gemeente met de N.V. Nationaal Publi-
citeits Bureau, voorheen J. Lanting te Amster
dam, heeft aangegaan inzake het aanbrengen
van licht- en andere reclame-objecten aan ge
meentelijke lichtmasten etc.
In juli 1963 heeft deze gemeente met de N.V. Nationaal Publiciteits
Bureau, voorheen J. Lanting te Amsterdam, een overeenkomst *-)a-arLg^gaan
waarbij aan die vennootschap, met uitsluiting van anderen, het recht
is verleend tot het aanbrengen van in het contract nader omschreven
licht- en andere reclame-objecten aan gemeentelijke lichtmasten,
abri's, transformatorhuisjes en op openbare gemeentegrond.
Bij die gelegenheid nam de gemeente de verplichting op zich alle
aan derden verleende vergunningen te dezer zake in te trekken.
I11 dit verband merken wij het volgende op:
I. Op grond van het aan voormelde vennootschap toegekende recht be
sloot ons college destijds onder andere alle vóór het in werking
treden van bedoelde overeenkomst aan derden verleende vergunnin
gen voor het aanbrengen en hebben van licht- en andere reclame
objecten aan gemeentelijke lichtmasten en op openbare gemeente
grond bij benzineverkooppunten in te trekken en betrokkenen naar
het Nationaal Publiciteits Bureau te verwijzen voor het verkrij
gen van toestemming tot het hebben van die reclames.
Linige tijd geleden is echter met het Nationaal Publiciteits Bu
reau overeengekomen, dat bovenbedoeld contract inzake het alleen
recht tot het aanbrengen en hebben van bepaalde reclames aan ge
meentelijke lichtmasten etc. voor dat bureau niet zou moeten
gelden ten aanzien van reclame-objecten, die bij een benzinever
kooppunt behoren. Overeengekomen werd, dat een reclame geacht
wordt bij een benzineverkooppunt te behoren, dat:
a. in- en uitritten heeft, indien de reclame is aangebracht bin
nen de in- en uitritten;
b. op een trottoir staat, indien de reclame is aangebracht op
het gedeelte van het trottoir, dat gelegen is tussen het pand,
van waaruit het benzineverkooppunt wordt bediend en de rij
weg.
Wij zijn van oordeel, dat het aanbeveling verdient deze uitzon
dering op de regel in het contract vast te leggen.