Bijlage nr. 74
De bezwaarschriften houden in bovengenoemde volgorde voornamelijk het
volgende in:
ad 1
De "ruilverkavelingscommissie" vraagt bij de vaststelling van het be
stemmingsplan rekening te houden met de mogelijkheid dat in een ter
goedkeuring aangeboden ruilverkavelingsplan vegen en waterlopen voor
komen, welke afwijken van het bestemmingsplan. Zij vraagt zich af:
- welke betekenis toekomt aan de stemming van de eigenaren over het
ruilverkavelingsplan indien reeds een bestemmingsplan is vastgesteld
dat in grote lijnon in overeenstemming is met het ruilverkavelings
plan
- welke consequenties de realisering van het bestemmingsplan heeft inge
val de ruilverkaveling niet doorgaat.
Voorts wijst de commissie op de mogelijkheid, tot opneming van andere
dan agrarische voorzieningen in het ruilverkavelingsplan, met name de
geprojecteerd ten westen van de Heilaarstraat. Deze weg zou volgens
de commissie bij voldoende breedte een functie kunnen krijgen bij de ont
sluiting van het te stichten veilingcomplex, in welk goval de Heilaar
straat minder breed zou behoeven te worden.
ad 2.
De tuinbouwvereniging verzoekt het haar in eigendom toebehorende gedeelte
van het perceel soctio nr. 1385» gelegen tussen de zuidgrens van de voor
veilingterrein bestemde gronden en de Leursebaan, eveneens te bestemmen
tot veilingterrein. Voorts verzoekt zij de voorschriften aan te vullen
in dier voege dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn de minimale
breedte van oen bom/perceel waarop de bestemming "agrarisch gebied" is
geprojecteerd, van 60 tot 40 m te verlagen.
ad 5 tot en met 9.
Al deze reclamanten woonachtig aan de Heilaarstraat, maken bezwaar tegen
de geprojecteerde verbreding van deze straat ten behoeve van het veiling-
verkeer. Zij stellen dat door de toevoeging van dit verkeer aan het
reeds bestaande, de weg intensief gebruikt zal worden, zeker op be
paalde gedeelten van de dag, waardoor met name de aan- en afvoer naar
en van hun bedrijven moeilijker zal worden. Haar de weg ter plaatse
van bestaande bebouwing moet worden versmald, zal op diverse uitritten
onvoldoende uitzicht ontstaan, waardoor een gevaarlijke situatie ge
schapen wordt. Voorts wordt opgemerkt dat vooruitspringende bebouwing
in waarde zal verminderen, terwijl door afstand van grond ten behoeve
van de wegverbreding dc rendabiliteit van bedrijven in gevaar zal wor
den gebracht. Een aantal briefschrijvers stellen voor het verkeer van
en naar de veiling te scheiden van het overige verkeer, onder andere
van Breda en Prinsenboek, door de tussen de Leursebaan en Baanzicht
ten westen van dc Heilaarstraat geprojecteerde weg aan te passen aan
hot veilingverkeer. J.P.M.Goos (nr.7) maakt echter bezwaar tegen deze
- ten westen van de Heilaarstraat - getraceerde weg en tegen de gepro
jecteerde verbinding tussen deze wegen, omdat daardoor zijn bedrijf
zal worden doorsneden en dientengevolge de rendabiliteit ongunstig
zal worden beïnvloed. H. en A. Lambregts (nr. 4) maken hetzelfde be
zwaar en verzoeken meergenoemde noord-zuid gerichte verbinding 50 m
meer westwaarts aan te leggen. Zij exploiteren samen een tuinbouwbe
drijf, waarvan de warenhuizen ter oppervlakte van 16.000 m2 aan weers
zijden van de Heilaarstraat zijn gelegen, terwijl de koel- en sortcer-
ruimte staat nabij Heilaarstraat 196. Door het veilingverkeer vrezen
zij ernstige belemmering van hun intern bedrijfstransport. Tenslotte
-2-