gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 87
10 februari 1967
F/2331
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aan
gaan van kasgeldleningen met een maximumlooptijd van
een jaar in het tweede kwartaal 1967
In Uw vergadering van 7 december 1966 besloot U ter voorziening in de
behoeften aan kasmiddelen in het eerste kwartaal 1967 kasgeldleningen
te sluiten tot maximaal 30.000.000,-.
Dit bedrag was hoger dan 25 van het saldo van de uitgaven van de
gewone dienst, verminderd met de totaaluitgaven van de hoofdstukken
XII en XIV van de gewone dienst 1967, zijnde 15.109.045»-• In derge
lijke gevallen stellen gedeputeerde staten dat de werkingsduur van
het besluit tot het aangaan van kasgeldleningen niet langer mag zijn
dan drie maanden.
Naar het zich laat aanzien zullen de maximale kasmiddelen in het twee
de kwartaal 1967 het bedrag van 30.000.000,- eveneens niet overschrij
den. Bij de bepaling van dit bedrag is or. van uitgegaan dat in het tweede
kwartaal 1967 geen nieuxire geldleningen door de centrale financiering
beschikbaar zullen worden gesteld, horden door de Bank voor ïlederlandsche
Gemeenten toch leningen, in deze periode op te nemen, verstrekt, dan
wordt uiteraard minder kasgeld opgenomen.
Wij stellen U voor om te besluiten gedurende het tweede kwartaal 1967
kasgeldleningen met een maximumlooptijd van een jaar aan te gaan tot
een som van ten hoogste 30.000.000,- met inbegrip van de in rekening
courant opgenomen bedragen en voorts onder de voorwaarden in het voor U
ter visie gelegde ontwerp-besluit opgenomen.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor de financiën zal U
worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester.
van den Dam
secretaris.